4117 (14a). Aan J. Peeters: Brussel, 13 februari 19257aant.
B.P. - Wat hieraan toe te voegen? Ik heb getracht de TAAK van Willink over te nemen, maar verklaar mij op voorhand nog meer verslagen! We hebben allebei zoo'n afgrijselijk ‘breede’ blik op de zaken, iets wat door samenspraken alleen maar verergert. We zijn er toe gekomen de jonge mannen van ‘De Distelvink’8 te benijden die zich samengeschaard hebben met zoo'n mooi geformuleerd program. Je mag ons voor slapl.llen uitmaken. Hartelijk je
D.
7Afgedrukt naar Paul de Vree, ‘Hendrik Marsman en het modernisme’ in Nieuw Vlaams tijdschrift 30 (1977) 9 (november), p. 776. Addendum onder een brief van Willink (zie bijlage 2). Dit is de in 15 n 1 (Brieven I, p. 49) verloren gewaande brief van Willink en DP. Willinks datering is onjuist, want 23 februari 1925 viel op een maandag.
8Zie Brieven I, p. 60.