4116 (voor 1). Aan A.H. Ris: Den Haag, 20 juli 1922
den Haag, 20 Juli '22.
Geachte Heer Ris,3
Tot mijn spijt zal ik U vóór mijn vertrek naar Brussel dus niet meer kunnen zien: dit vertrek is n.l. op morgen vastgesteld. Mijn adres te Brussel is: 178 Chaussée de Haecht, Haren-Sud (Brui.); bij adresverandering zal ik U onmiddellijk daarvan in kennis stellen.
Ter nadere informatie bij Uw onderzoek kan ik U mededeelen:
1o | dat de naam Rocq voorkomende in den naam Jean-Rocq du Perron,4 blijkbaar is een familienaam en geen doopnaam; bij wijze van onderscheiding aan den naam duPerron toegevoegd. |
2o | dat Jean Rocq duP., zonder twijfel Franschman van geboorte zijnde, zich heeft moeten laten naturaliseeren toen hij in Nederlandschen of Nederlandsch-Indischen militairen dienst treden wilde.
[p. 19] Wellicht kan het bewijs van naturaliseering, indien dit gevonden kon worden, aanwijzing geven ten opzichte van datum en plaats zijner geboorte. |
3o | dat wij in Fransche genealogische werken - bij onze onderzoekingen in Parijs - eenige malen verwezen zijn geworden naar den naam Davy,5 welke aan dien van duPerron voorafging, en er, in ieder geval, nauw mede betrokken scheen. Dit ten overvloede! |
Heeft U na Uwen tocht naar Lexmond en 's Hertogenbosch nog iets betreffende het huwelijk van Jean (Rocq) en juffrouw Elisabeth de Caron6 gevonden? Mededeelingen dit, en eventueele andere détails, betreffende zie ik gaarne aan bovenvermeld adres tegemoet.
Met beleefde groeten,
Hoogachtend
Uw dienstwillige
CEduPerron
3Adrianus Henricus Ris (1893-1980), Haags genealoog, zie Het land van herkomst, p. 34 (Vw 3, p. 35).
4De Fransman Jean-Roch du Perron, ook gespeld als Jean Rocq Peron (1765-1808), trad in 1788 als soldaat in dienst van de Vereenigde Oostindische Compagnie. Hij diende de V.O.C. aan de Kaap en op Ceylon, tenslotte was hij kapitein van de genie op Java en commandant van het korps pioniers in Batavia. Hij had twee aangenomen zonen Nicolaas en Louis du Perron. Louis is DP's overgrootvader. Zie Het land van herkomst, p. 33 (Vw 3, p. 34), zie ook J.H.W. Veenstra, ‘De pseudo-Du Perrons’ in Bzzlletin 13 (1985) 125 (april), p. 16-25.