Bijlage 2
A.C. Willink aan J. Peeters: 13 februari 1925 (?), bij 4117. Tekst afgedrukt naar Paul de Vree, ‘Hendrik Marsman en het modernisme’ in Nieuw Vlaams tijdschrift 30 (1977) 9 (november), p. 775-776.
Vrijdag 23 Febr. 1925
Beste Peeters
Gij zult het afgesproken artikel voor het eerste nummer van de Driehoek niet ontvangen. Elke avond van de afgeloopen week, schreef ik een bladzijde om haar tenslotte met een hartelijk gelach te verscheuren.
Mij komt elke zin over ‘moderne beweging’ elke wijsheid, elke beschuldiging zoo lachwekkend, onbenullig en onbelangrijk voor, dat ik als het ware de pen uit de vingers voel glijden [letterlijk]. Zelfs onze bespreking [du Perron en ik] leidden tot een negatief resultaat. Het eenige wat ik werkelijk op papier zou kunnen brengen, zouden onbeheerschte en ongecontroleerde gevoelsuitingen zijn, die een dusdanig onsamenhangend geheel zouden vormen, dat gij dit heterogeen scheldpartijtje zeker niet capeeren zoudt.
Beste groeten dus; het gaat reeds beter met mijn gezondheid.
T à T Willink