E. du Perron
aan
G.M.G. Douwes Dekker

Garoet, 6 november 1937

Garoet, 6 Nov. '37.

Waarde heer Douwes Dekker,

Gelijk hiermee zend ik u nòg een stukje over Multatuli, nl over een ‘socialistische’ bloemlezing uit zijn werk.5010 Aan 't boekje zelf mist u niets.

Ik maakte me een beetje ongerust over u, toen ik in zoolang niets hoorde. Maar Uw besluit is misschien de oplossing voor alles. Ik ben het, van hier gezien, met u eens, dat u niet zoozeer rust noodig hebt als wel vrijheid; ‘u zelf te zijn’, zooals u zegt.

Mijn baan op het Landsarchief is nòg onzeker. Ik schijn ‘te werk gesteld’ moeten worden, niet door den Archivaris, maar door den Algemeenen Secretaris himself. Waarop nu het wachten is. Wat mijn vrouw's toestand aangaat, neen, ik heb niet de minste hoop meer op Batavia. We moeten het probeeren en zien wat het oplevert; gaat het absoluut niet, dan zullen we terug moeten naar Europa. Maar probeeren zullen we het eerst, zoo lang mogelijk; misschien dat er zich toch nog opeens een keer ten goede voor doet. Als ik iets in Bandoeng kon vinden, zou dat al 10 × beter zijn.

Het schijnt dat het boek van Saks over Mult. deze maand uitkomt, zoo ook mijn Man van Lebak. Ter Braak heeft zich voorgenomen de beide boeken samen te behandelen5011; u krijgt dus nog een hoop toegezonden! De onverkwikkelijke ruzie over Edu heeft zich zelfs tot in de Haagsche Post5012 voortgezet. Een Multatuli-jaar is het!-- Enfin, ik houd u op de hoogte. Misschien kan ik u zelfs wel een ex. van het opus van den Saks bezorgen.

Ter Braak zal ik uw tevredenheid overbrengen. Tot nader; het beste met uw plannen, en met veel hartelijke groeten van ons twee voor u drieeën, steeds gaarne uw

EduP.

5010‘De beteekenis van Multatuli’.
5011Ter Braak behandelde beide boeken inderdaad samen in ‘Multatuli, Droogstoppel, Havelaar’. In Het vaderland van 20 (av.) en 21 november 1937 (ocht.). Gebundeld in M. ter Braak, In gesprek met de vorigen. Rotterdam 1938, p. 69-90.
5012Zie ‘Rumoer rondom Multatuli’. In de rubriek ‘Kantteekeningen’. In Haagse post van 21 augustus 1937. Hierin werd het gepolemiseer rondom Edu ‘nutteloos gedoe’ genoemd. In zijn reactie in de rubriek ‘Kunst en letteren’ in Het vaderland van 22 augustus 1937 (ocht.), ‘Brieven en hun belang’, wees Ter Braak erop dat het in de bewuste brieven gaat om het zich daarin manifesterende karakter van Multatuli.
vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie