E. du Perron
aan
J. Greshoff
Amsterdam, 21 maart 1930
Amsterdam, Vrijdag.
Beste Jan,
Ik ben je zéér dankbaar voor je brief, die mij ook wel erg heeft verlicht, maar toch is de zaak mij eigenlijk nog even raadselachtig.
Als de brief dan tòch op Sander's kantoor werd afgeteekend, en wel een dag vóór Sander's vertrek uit Brussel, WIE heeft het register dan afgeteekend???
Er zijn toch maar 3 personen op het kantoor: Sander, Germaine Wouters en die blonde juffrouw, die De Koning heet, naar ik merk.
Volgens Sander heeft hij den brief niet ontvangen en werd hem zelfs den volgenden dag, toen Germ.W. de post nog naar den trein bracht, niets van dien aard overhandigd: wat is er dan wèl gebeurd? Dat lijkt mij toch niet zóó moeilijk uit te maken. Als de brief door de post werd afgeleverd en toch niet in Sander's handen kwam, dan, beste Jan, is er niets meer of minder dan diefstal gebeurd, en wordt het een politie-affaire.
Ik hoop dat Sander er achterheen zal zitten en dat de zaak tot klaarheid wordt gebracht. Het spijt mij dat ik zelf niet in Brussel zit, want nu wordt de zaak voor mij eerst recht spannend. Ik reken dan ook opjou om mij op de hoogte te houden, zoo volledig en zoo duidelijk als het maar kan.
Ik wacht nadere berichten af, van jou en van Sander; want er zijn nog wel andere dingen die mij interesseeren dan de kwestie van betalen of niet-betalen alleen. Hart. gr. aan Aty en nogmaals dank.
Je Ed.