[p. 16]
De paladijnenaant.
Wij hebben de ganse dag stof geslikt
en zijn met hoofdpijn naar bed gegaan.
Wij hebben cichorei gedronken
met beurtelings muscus en jodoform,
en stappen die trapten, stemmen die zongen,
hebben ons in dit stenen gebouw besprongen,
waar alle kamers spreekhoorns zijn.
Wij hebben de ganse nacht wakker gelegen
en zijn met hoofdpijn opgestaan.
Wij hebben vandaag ons laten rijden
tot naar de Hindoeprins in 't woud.
De geelzucht en knoflooklucht der huizen
deden ons denken aan verre Chinezen,
wij hebben gefloten bij 't ontmoeten
van een van heimwee groene rivier.
Wij hebben ons schoeisel doen pommaderen
en zijn weer naar bed gegaan na 't eten.
En wij zijn ouder dan wij weten.
Berchielli, Florence