[p. 17]
Oefenplaats
Hij is alweer gegroeid, de koning,
zijn achterkant, die van zijn Paard,
willen de bleke zon onttronen,
de kellners lachen om zijn baard.
Men mag de Brandweerman hem noemen,aant.
hij generaalt over de heren
die stralend van gepoetste schoenen
voor sierlijk Europeaan studeren.
Geef de koetsiers wat des koetsiers is,
want ook zijn das is van Toscane,
leer, in u fnuikend wat des diers is,
Maria's kuisheid weer verstaan.
O wervlend bloed van zuiderschonen,
Musset, Gautier zijn uit de mode,
men moet geloven om te loven,
na hun beloven, uw alkoven.
Piazza Vitt. Emanuele, Florence