H. Mayer
aan
E. du Perron
Den Haag, 20 december 1938
's-Gravenhage, 20 December 1938
Beste Eddy,
Je knapt dus op, het doet goed dat te hooren. Het is niet iedereen gegeven precies naar de voorschriften van den dokter en van het verstand te leven. Ik zou ook zeggen, dan duurt het maar een beetje langer maar ik wil mij onderhand door amuseeren. Het is maar goed dat je op het oogenblik niet hier bent, het vriest 15 graden Celsius, iets ongehoords hier. Talloos zijn de gesprongen waterleidingen en de bevroren neuzen.
Gisteravond las Engelman voor ‘Oefening’ over Slau, hij deed het nogal goed, maar het auditorium was vanwege de kou niet grooter dan 30 menschen en dat is niet aanmoedigend.
Je artikel tegen Z. heb ik met begrijpelijke belangstelling gelezen, maar ik vind dat je hem teveel eer bewijst. Ik herinner mij een antwoord van wijlen Boele van Hensbroek a den ouden Robbers: Ieder kent de waarheid, de heer Robbers en mij, en dat vonden zij die den heer R. kenden, heel aardig en afdoend.
Pinard, Dichters uit Zuid-Afrika, zevende druk, 1935, kost f 3.-, zie het blauwe overzicht van de belangrijkste nederlandsche uitgaven, die ik je onlangs toezond. Wil je het hebben? Behalve de literatuur over dat land, zijn het klimaat en in het algemeen de toestand daar wellicht van nog meer belang. Ik stuur je daarom de South African Year-book, waarin zoo ongeveer alles staat wat een landverhuizer weten moet. Je krijgt dat evenals Van Hogendorp à titre gratuit. Er staat ook een aardig atlasje in.
Ik ben nieuwsgierig naar het nieuwe schandaal, evenals naar het tweede pleidooi. Ik zal exemplaren aan Templum Salomonis vragen. Het zal mij benieuwen wanneer ze ze krijgen.
Je krijgt dezen te laat voor Kerstmis, ik zal onder den kerstboom een dronk aan jelui wijden, en dat boekje over Zuid-Afrika moet je dan maar als kerstcadeautje beschouwen.
Het beste in het nieuwe jaar en hartelijke groeten
Doorslag: Literatuurmuseum, Den Haag