H. Mayer
aan
E. du Perron
[Den Haag], 4 juli 1935
4 Juli 5
Beste Eddy,
Paul Hooz en Lambert Brodeck verblijven niet meer bij de firma Brusse. Ik ben er zooeven achter gekomen dat de lijfuitgever van een zekeren Dirk, je wel bekend, het fonds heeft overgenomen. Ik verwacht het exemplaar vandaag of morgen en zal het je dan dadelijk toezenden.
Ik heb je nog niet geschreven over het Land van herkomst, als ik je zeg dat het een van de merkwaardigste boeken is die ik mij herinner gelezen te hebben, doe ik dat niet omdat ik in de gelukkige positie ben een vriend van je te zijn. Er zijn mij door die lectuur heel wat dingen duidelijk geworden, ik heb zelfs een oogenblik peccavi gezegd, dat was toen ik over je Amsterdamsche reis naar je bankier las. Ik kan mij nu heel goed voorstellen dat je toen geen lust hadt bij mij aan te komen. Ik zou heel lang met je over je boek kunnen praten, voorloopig volsta ik met je ervoor te bedanken.
Ik zal je dezer dagen den catalogus sturen van het nieuwe Gemeente Museum, daar staat n.l. het schimmenspel Alladin in van wijlen je schoonvader, en zal je daarom wel interesseeren. Spoedig meer
Hartelijke groeten
Doorslag: Literatuurmuseum, Den Haag