W.A. Kramers
aan
E. du Perron

Den Haag, 3 april 1935

Den Haag 3 April ’35

Beste Eddy

Hierbij het stuk van den ‘zeer sympathieken uitgeweken jongen Duitscher’ retour. Het is mij niet sympathiek, omdat ik het zeer onbelangrijk van inhoud vind. Ware ik de redacteur en chef van een groot blad, waar veel ruimte disponibel is, dan zou ik geen bezwaar hebben het tusschen de hoop door te verwerken en de ongetwijfeld sympathieke uitgewekene - alleen al dat uitwijken is sympathiek – had een paar gulden aan me verdiend. Maar mijn >Winckel is een door een krenterige uitgever beknibbeld blaadje dat geen cent kan uitgeven. Als je rekent, dat dank zij Strondholt het mij mogelijk is om hoogstens fl.1.25 per kolom aan de medewerkers te betalen, waarbij ik dan zelf alle redactieloon opoffer. Voor een afl. van 16 pag. krijg ik 50 piek waarvan ik medewerkers, clichés, eigen werk, porti en verdere kosten moet bestrijden! Dit in vertrouwen en niet voor verspreiding in ruimen kring.

Gegeven dus mijn beperkte ruimte en beperkt budget acht ik het vervolgens verkeerd, wanneer ik ereis een Fransch boek laat bespreken, de keuze zoo te hooi en te gras te nemen als dit geval. Daarbij vind ik de bespreking zeer oppervlakkig. Zoo kan ik het ook en daar hoef ik geen sympathieke vluchteling voor te zijn. Indien erover die klokken van Bazel veel te doen is geweest dan had je protégé moeten laten uitkomen waarom het boek toch belangrijk was. Ik zie nu wat zeer aanvechtbare algemeenheden over al of niet gedeserteerende bourgeois en helden die geen helden zijn maar toch ‘weer wel heroischer’ Da’s van dat gedaas waarop ik gévédé zeg en kwaad word. Dat gelul daar kan ik niet meer tegen. Ergo bedank je sympathieke vluchteling voor zijn goede bedoeling maar gelul had hij bij zijn eigen thuis moeten laten. Op de vlucht hebben WIJ daar geen tijd voor, en wijders geen cent voor over.

Gans die hier zwaar in de lappenmand is, ziek en gedesillusioneerd vertelde mij over Jean Guéhenno. Hij zou het me leenen. Als je gegeven de bovenaangeduide fooi er toch wat voor mij over wilt schrijven Dolgraag.

Wat een vertaalrelaties heb jij? Ik ben al tijden en tijden bezig om te pogen wat te krijgen. Niks lukt En inmiddels zit ik er ongeloofelijk bedonderd voor.

Veel groeten ook aan je vrouw en moge het wijders den Heere behagen Hitler spoedig tot Zich te roepen.

t.t. Wijnand.

Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie