E. du Perron
aan
W.A. Kramers

Bellevue, 28 november 1932

Bellevue, Maandag.

Beste Wynand,

Hierbij een niet te lange bespreking, hoop ik, van Sander's Poe2441; over de uitgave zelf schreef ik niet zooveel, deels omdat het mijn fort niet is, deels omdat Schwenke - ofschoon zijdelings - het daarover reeds had. Ik hoop dat je mijn artikel in de volgende G.W. plaatsen kan; ik kan iedere gulden die ik ervoor krijg, best gebruiken. Als er boeken zijn die je zelf door mij - of door mijn vrouw - besproken zou willen hebben, zend mij die dan. Anders stuur ik je over een tijdje zelf wel weer iets.

Als je bij dit artikel nog een houtsnede zou willen doen, dan heb ik een voorkeur voor die van The Cask of Amontillado en voor die van Ligeia, of van The Man in the Crowd: de eerste en de tweede lijken mij ook erg goed samen te gaan. Sander zal ze je wel willen sturen; het is meteen reclame voor hem.

Hoe gaat het je verder? Ontving je mijn ingezonden stukje? - Hartelijke groeten van je

E.

Bellevue (S. et O.)

24 av. du 11 Novembre

2441‘Een prachtuitgave van E.A. Poe’. In DGW 31 (1932) 372 (december), p. 233-236; de afgedrukte litho's van Buckland Wright waren de genoemde. Over de illustraties had Johan Schwencke geschreven in het novembernummer van DGW in het artikel ‘John Buckland Wright. Een boekversierder’.
vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie