E. du Perron
aan
F. van Ermengem
Parijs, 28 december 1935
Parijs, 28 Dec. '35.
Geachte Heer,
Het is inderdaad mogelijk dat men zich met brieven in de toon vergist, als men elkaar nooit heeft gesproken. Maar hoe dan ook, ik merk tot genoegen uit den brief dien u mij nu schreef dat u niet gekwetst bent.7567 Ik heb erover nagedacht wat men zou kunnen doen om u niet het gevoel te geven heelemaal ‘nègre’7568 te zijn, en stel u voor om u tòch op het omslag te zetten, in een andere combinatie, als bv. ‘traduit par [F. van] Ermengem et Pascal Pia et revu par l'auteur’, of zelfs zonder dit laatste.* Ik ben er zelfs zeker van dat Pia met genoegen zijn naam zal laten vervallen, zoodat men dan krijgt ‘traduit par Ermengem et [revu par] l'auteur’ of iets dergelijks. Dit kunnen wij nog alleszins schikken, als wij inderdaad in het ‘cordiale’ werken en niet doorgaan op het ‘misverstand’.
De zaak is voor mij dat ik het boek, hoe dan ook, nog geheel wil herzien vóór het in het fransch verschijnt. Er zijn stukken, zoowel in de herinneringen als in de dialogen, die tegen een fransche achtergrond anders moeten uitkomen dan tegen een hollandsche; hoogstwschl. zal er heel wat moeten worden geschrapt (indische dingen die in het fransch als ballast aandoen bv.) en sommige dingen gewijzigd. Vandaar de onmogelijkheid iets anders te vragen dan een ‘grondtekst’. Als ik het minder druk had, had ik die ‘grondtekst’ zelf geleverd, met Pia als corrector, maar gegeven dat ik van dit boek nu natuurlijk meer dan genoeg heb, na het geschreven te hebben en tweemaal gecorrigeerd, en dat ik aan een ander bezig ben, heb ik gezocht naar een vertaler voor wie het fransch bovendien natuurlijker was dan voor mij. Ik dacht dat Greshoff u dit alles gezegd had, toen hij u zei dat ik een vertaler zocht.
Dit om u nogmaals precies de ‘staat van zaken’ te doen zien. Met kleine fouten hoeft u het zich werkelijk niet te druk te maken, - u kunt Greshoff overigens gemakkelijk opbellen, - hoofdzaak is dat niet de toon van het boek van a tot z verkeerd overkomt. (Het schijnt tusschen ons bepaald een kwestie van ‘toon’ te moeten worden!)
Ingesloten stuur ik u nu de eerste 1500 francs. U vertaalt hiervoor dus ±¼ van het boek, d.w.z., in complete hoofdstukken gezien, t/m hfdst 9. (blz. 122). Tegen dien tijd stuur ik u nogmaals 1500 frs. + wat u uitgegeven zult hebben aan papier en porto.
Dat ik u, ingeval van succes, - maar werkelijk, rekent u op de mogelijkheid dat het heele boek niet uitkomt, ik ben in die dingen nogal pessimistisch - 1000 frs. extra wilde zenden, was om te voorkomen dat u in kleine scheutjes uitbetaald zou worden, dus om u ter wille te zijn. Maar u hebt misschien gelijk dat u het op den uitgever houdt; dus ik zal tegen dien tijd voor die schikking van 1% na het 500e exempl. tot een bedrag van 1000 belg. frs. zorgen. Ik veronderstel dat u nu een en ander tot uw tevredenheid geregeld ziet. Wilt u mij omgaand even de ontvangst van het geld berichten?
Met vriendelijke groeten, uw dw.
EduPerron
II
Om geen tijd te verliezen, voor het geval u er toch mee voort wil gaan, beantwoord ik uw verdere vragen.
1. Een goede nederl.-fransche dictionnaire is die van Gallas.7570 Maar mij lijkt dit punt van geen belang, waar ik uw tekst hier toch nazie.
2. Met Pia het 1e hfdst. nazien vóór 2 Jan. a.s. is vrijwel ondoenlijk. Bovendien vertrekt hij wschl. al den 31en, en voordat uw tekst hier is zijn er ook weer een paar dagen om. En de eerste dagen van zijn verblijf in Lyon zal hij wel de handen vol hebben met zijn nieuwe werk. Dit is dus (ofschoon het uw schuld niet is) practisch en feitelijk een vervelend iets, ook in verband met uw wensch.
3. De door mij aangegeven manier om het papier te beschrijven is inderdaad voor mij de meest practische. Tant pis dus voor meerder papier en verzendkosten (beide, wel te verstaan, voor mijn rekening).
4. Ik zal u het geld telkens sturen per aanget. brief met aangegeven waarde. Tenzij u ook daar bezwaar tegen hebt? De kwestie is dat ik hier nog wat belgisch geld heb, zoodat het mij slecht uitkomt om dat voor een postwissel eerst weer in fransch om te zetten. En ik heb geen bankrekening. -
Ik schrijf u dit alles niet omdat ik au fond toch wel erg graag met u zou doorgaan; ik blijf erbij dat het mij het liefste zou zijn als u mijn inzicht deelde, dat het noodeloos is elkaar te ergeren, - vooral waar het voor u tòch geen lucratief werk worden kan. - Ik vestig er nogmaals uw aandacht op dat ik, in mijn eersten brief al, u duidelijk gezegd heb dat het niet ging om een ‘beklonken zaak’ met een uitgever en dat ik niets anders verlangde dan een ‘grondtekst’. En dat vertaalwerk over het algemeen slecht betaald wordt - ook dat weet ik bij ondervinding - is noch uw, noch mijn schuld, voor zoover ik kan nagaan.