E. du Perron
aan
F.E.A. Batten
Bandoeng, 30 juni 1939
Bandoeng, 30 Juni '39.
Beste Freddy,
Ingesloten de ongepubliceerde gedichten van Cesar Bombay + een gedicht op Gistoux geschreven6134 door een oplichter, zich noemende Paul Méral (in den tijd dat hij nog dacht geld uit me te zullen trekken). Je moet dit pakje zorgvuldig voor me bewaren, en het is niet6135 bestemd om aan iedereen vertoond te worden, gecopieerd, verspreid of anderszins ‘gedivulgeerd’. Meld me de ontvangst ervan: Schenk de Jongweg 8, B. zorg. Wij gaan morgen uit dit zalige Bandoeng, dat ik nooit hoop terug te zien - als ‘inwoner’ althans. Ik stel me veel voor van mijn laatste indische maand in B. zorg. De kisten zijn gepakt: 11 boekenkisten, 1 groote kist met schilderijen, Bali-platen, e. dgl.; nog wat breekbaar huisraad van Bep. Je vraagt je af: hoe komt dat alles op - en af - het vrachtschip Stentor?
Schrijf me nr. B. zorg; dan antwoord ik nog ééns! Het portret van C.S.W. van Hogendorp is aangekomen: een vriendelijke hollandsche jongen, niet al te intelligent, in kurassiersuniform - net als een dergelijk jeugdportret van Vigny. Verder bericht dat van H. Meijer en W.L. Ritter geen portretten bekend zijn. Buitengewoon veel moeite doen ze niet, op dat Icon. Bureau! Ze moesten er mij chef van maken; ik heb een authentieke hobby voor portretten.
Dag! Tot nader. Steeds je
E.
Er gaat ook nog een stelletje nederlandsche limericks bij!6136