E. du Perron
aan
D. de Vries
Bandoeng, 26 januari 1939
Bandoeng, 26 Jan. '39
Geachte Heer de Vries,
Ik antwoord op briefkaart omdat ik weer eens een ‘inzinking’ heb (en toch allerlei kleine corveetjes moet opknappen), maar ik ben u zeer dankbaar voor het gezonden deel Byvanck. Bijna had die man me het werk uit de hand genomen! - Uw copy is ook gekomen en ‘bereids’ door mij doorgegeven aan Koch. Uw stuk is zeer serieus en doorwrocht, maar het lijkt mij erg nuttig dit alles zóó voor je te zien, en naar 2 en 3 kijk ik met belangstelling uit. In het e.v. nr. zal 't wel niet meer kunnen: die copie moet eerst nog rondgaan en we zijn met ons 7en, wat eig. erg remmend en vervelend is. En dit is een stuk, dat iedereen natuurlijk zien wil alvorens er zijn portietje verantwoordelijkheid aan te hechten. Koets en ik hebben voorgesteld de redactie wat in te krimpen, maar dat lijkt op wegduwen van anderen tenzij je er zelf uitgaat, en dat lijkt dan weer op spelbreken. Hoe 't zij, de bestaande toestand bevalt ons niet erg. Daarover mondeling meer, misschien zelfs op een vergadering, als u hier bent. -
Nogmaals werkelijk véél dank voor al de moeite die u zich geeft; ik hoop dat N. in Semarang ook zoo doet, dan heb ik Colenbrander uiterlijk overmorgen.
Steeds gaarne uw
EdP.
Groeten 2 × 2.