E. du Perron
aan
J. Last

Bandoeng, 10 december 1938

Bandoeng, 10 Dec. '38.

Beste Last,

Met groote geboeidheid las ik je Spaansche Tragedie, dat ik opeens toch nog ontving. Ik heb aan 't Bat. Nwsbl. aangekondigd dat ik er een 2 kolom-bespr. over wou schrijven, hoe delikaat dit onderwerp in deze kolonie dan ook is. Ze hebben gezegd: goed. Ik vind 't tot dusver je beste boek, d.i. je boeiendste èn je echtste. Het is stukken beter dan reportages à la Ehrenburg, en het heeft met journalistiek ook niet veel te maken, het is daar te goed geschreven en te persoonlijk voor. (Hoe zijn de besprekingen in Holland?)

Verder las ik met belangstelling de spaansche gedichten5732 die je me zond (de verzen die in De Sp. Tragedie staan, vind ik mooier; ook dat van jezelf op den gevallen kameraad,5733 dat een van de beste gedichten is die je ooit schreef); en met walging die knipsels over jou als ‘renegaat’. Vooral dat van Theun de Vries vond ik misselijk.5734 Ik ben zelf toch niet bepaald zachtzinnig in die dingen, maar wààr dit plezier vandaan te halen om zooveel gijn te spuiten tegen iemand die alleen tegenover de bende staat, blijft mij duister. Verondersteld zelfs dat ik, evenals deze Theun, tot de bende hoorde; dan nog... Dat hij je bestrijdt, daar kan ik in komen, maar deze toon en deze lùst daartoe, zijn alleen een schop waard.

Ik lees met genoegen dat je den moed niet opgeeft. Als ik nog geld had, zou ik zeggen: die ontbrekende f 150. hoef je niet meer te zoeken, die krijg je van mij. Nu zeg ik het je conditioneel. Dwz. ik ben nu bezig nog wat voor je te verzamelen - het gaat langzaam! - en hòòp je nog een f 50. te kunnen zenden. Zie dan hoe ver jij komt. Maar ik, - dwz. Bep, - enfin: wij, hebben nog een klein beetje geld; dus als je echt niet toekomt voor die f 200., schrijf het me dan. We spreken dan zoo af: ik ‘leen’ het je, in principe; kan je me terugbetalen als je eens een extra-goede verkoop hebt of zoo, dan doe je 't. Kan je niet, basta. Je weet dus dat, in principe, dat geld hier voor je ligt.

Ik heb er de pest over in, dat ik't je zóó zeggen moet. Als wij niet, door die ziekte van mij, ons scheel hadden moeten betalen, van ons armoedje après tout, dan had ik 't je nu zoo gestuurd. Maar kan je nog wat van Gide of anderen krijgen, doe daar dan van jouw kant moeite voor, en schrijf me dan wat je nog mankeert.

Mijn herstel gaat verdomd langzaam - door het beroerde weer ook - en ergert me meer dan de ziekte zelf. Zoo hàlf invalide te zijn, en physiek gevoelig als een oud schoothondje, is toch geen grap. Ik lag nòg eens in 't ziekenhuis.

Ik vraag me af wanneer we elkaar terug zullen zien. Tot dusver bewonderde ik zeer je portret als capitan.5735 Heb je een snor laten staan, of is dat schaduw? In ieder geval schijn je (lijk je) door de militaire kraag of wat anders een dikke kop te hebben gekregen. Die teekeningetjes van jou zelf vind ik erg amusant. Wie maakte jou? Het is jammer dat het boek zoo vol drukfouten en andere slordigheden zit; mochten ze dat nog eens herstellen, dan zou ik erg blij zijn met een ‘herzien’ exemplaar. Het boek verdiènt het!

Ik laat je nu binnenkort Multatuli 2e pleidooi sturen (het is maar een supplement op het andere, hoor! en veel kleiner) en over een maand De Muze van Jan Compagnie. Uiterst onthullend, dit laatste; je kunt er een sappig artikel over schrijven; doe dat ook maar, als je gelegenheid ertoe hebt. Ik las ook je verdediging van D.D. (Gods Geboorte).5736 Ik ben zeer bevriend met hem en zal de inleiding schrijven voor de herdruk van zijn Siman de Javaan; maar die inleiding moet ‘academisch’ zijn om geen aanleiding te geven dat het boek dààrom Indië niet in mag. Het boek zal bij ‘De Ploeg’ verschijnen, meen ik, directeur Tom Rot!

Als je van adres verandert, geef me dat dan op! - Onze plannen zijn vaag. Van dat tijdschrift hoor ik op 't oogenblik niets; misschien gaan we dus inderdaad in Maart of Mei terug. Maar ik wil ook nog naar Makassar (Celebes) en verder hebben Bep en ik allebei zoowat zin in Z. Afrika - Komen we in Holland terug, dan benieuwt het me of jij en ik samen nog eens door ‘links’ of ‘rechts’ zullen worden gefusilleerd.

Houd je taai! Een hand van je

EduP.

5732Mogelijk de Spaanse verzen in Vrij Spanje, gedichten uit de Spaanse loopgraven van Jef Last en van Spaans-Republikeinse dichters, Amsterdam 1946.
5733‘Aan een gevallen makker’ in De Spaansche tragedie, p. 85 (vgl. Vw 6, p. 328).
5734Niet achterhaald.
5735Zie het getekende zelfportret van Last in De Spaansche tragedie, p. 142.
5736Bespreking niet achterhaald.
vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie