E. du Perron
aan
R. Nieuwenhuys

Bandoeng, 30 november 1938

Bandoeng, 30 Nov. '38.

Beste Nieuwenhuys,

Dank voor je hartelijke schrijven. Ik ben na allerlei rondsjouwen in winderige en kille streken maar weer thuisgekeerd. Dat was goedkooper, en gezonder ook.

De strijd met Z. gaat onverzwakt voort. Hij heeft nu de heele redactie van K. en O. in de Java-Bode van jl. Zaterdag belasterd5690 (wat zeggen wil dat wij hem gedwòngen hebben zijn doodzwijgerij op te geven!) en per deurwaardersexploot een zoo onbenullig antwoord voor mij aan K. en O. zelf aangeboden, dat wij 't gretig hebben ingehaald. Dat, en mijn reactie erop, lees je in 't volgend nr., dat wschl. 3 Dec. uitkomt.5691

Waar blijft je bespr. van Tielrooy voor dit blad?5692 - Ik liet je door Nix 1 ex. Mult. II zenden en vroeg hem er nu eindelijk Victor Ido5693 bij te doen; hij zegt dat het nu gebeurd is! Ik hoop 't.

Wat dus per se behouden blijft van Daum heb ik naar Greshoff gestuurd. Hij kan dan laten berekenen hoeveel blzn. Gr. Ned. dit al is en wij kunnen ons dààr weer op inrichten. Doe dus voorloopig niets, behalve aan je eigen artikel. Hoe gauwer dàt klaar is, hoe beter. Overigens zal 't Daum-nr. pas in Juni kunnen uitkomen, schrijft Gr., vanwege de vele copie, o.a. van mijzelf.*

Je woord vooraf en de woordenlijst en de 3 eerste fragmenten heb ik aangehouden; daar kan je dus nog van alles in veranderen. Wil je dit nu terug hebben? - De portretten zond ik op, dat is voor Gr. ‘attractief’, zeg!

Ik ben 't met je eens: dat slotstuk van Van Tuyll5695 is uitstekend van toon, als slotstuk (d.w.z. met de heele historie ervóór). Apart gelezen onthoudt de lezer alleen maar dat ‘die planters toch zulke rare kerels zijn en elkaar soms hun njaï cadeau geven’. En in deze lijn is Yps5696 dan heel wat savoereuzer.

Ik kijk benieuwd uit naar het werk van Ferdy. Ook dat kan in K. en O. besproken worden; wil jij dat doen? Of zal ik het Koch vragen, of D.D.?5697 Pols Ferdy zelf even, wat hij 't prettigste zou vinden. En zeg hem dat hij mij goddomy ook weleens een briefje schrijven mag, gezien dat ik bijna ben gecrepeerd! Een oude vriend die je ‘terugkrijgt’ is wel één séance waard van den Gemeenteraad. Of zou hij kwaad zijn omdat ik dat boekoe-Atjèh niet zóó fraai vind als hij?

Boeh, ik houd op. Behalve dat ik me nog lang niet lekker voel, schrijf ik je dit met een verlamd katje op mijn schoot. Het beestje wil, hoewel verlamd, niet stilliggen en tuimelt van alle sofa's af of wurmt zich zielig over den vloer; alleen als je 'm op schoot neemt ligt-ie stil.

Groeten aan je vrouw ook en van de mijne; een hand van je

EduP.

Vraag Ferdy of hij ook een Mult. II wil. Het komt mij soms voor dat dit alles hem geen bal meer schelen kan. Maar wil hij, dan gaat er natuurlijk dadelijk een ex. naar hem af.

5690In ‘Graven en knagen’ in De Java-bode van 26 november 1938 merkte Zentgraaff ondermeer op: ‘Het orgaan is het altaar waarop wordt geofferd aan ideaal-socialisme, edel-communisme en salon-bolshewisme, en als degeneratie verschijnsel past het in grooter internationaal verband.’ Verder schreef hij ‘dat ook in dit Indische gewroet de Jood een rol van belang speelt. Men traceert den voetafdruk van Ahasverus in en door allerlei destructieve publicaties, van het “Indische Volk” tot K. en O. en de rest.’
5691Zentgraaff had op grond van artikel 19 van het Drukpersreglement recht van antwoord, waarvan hij in Kritiek en opbouw 1 (1938-1939) 20 (1 december 1938), p. 308-310 gebruik maakte. In ‘De heer Z. aan het woord’ noemde Zentgraaff iemand die zo over zijn ouders schreef als DP had gedaan een ‘smeerpoets’ en zei dat er in Indië vanwege het ontbreken van enige bevoegdheid geen plaats voor hem was. In het begeleidende, redactionele commentaar ‘Ten voeten uit’ werd van Zentgraaffs bijdrage gezegd: ‘Zóóveel kleinburgerlijke benepenheid, zóóveel stumperigheid in gedachtengang en uitdrukking zullen zelfs zijn meest standvastige bewonderaars niet hebben verwacht.’ Op p. 310-311 volgde van DP ‘Tweede bijdrage tot kennis van de provincie, Aan Menno ter Braak’ (Vw 7, p. 27-31), een reactie in briefvorm.
5692Niet teruggevonden in Kritiek en opbouw.
5693Victor Ido (ps. van H. van de Wall), Indië in den goeden ouden tijd, Radio-voordrachten voor de NIROM gehouden. Bandoeng 1936.
*Van Jan. tot/met Mei verschijnt mijn Van Haren-schandaal in Gr. Ned.5694 Het is langer geworden dan ik dacht: 115 blzn. van G.N.
5694Niet teruggevonden in Kritiek en opbouw.
5695Personage uit P.A. Daum, Uit de suiker in de tabak. Enschedé 1885.
5696P.A. Daum, ‘Ups’ en ‘downs’ in het Indische leven. Nijmegen etc. 1892.
5697Niet teruggevonden in Kritiek en opbouw.
vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie