E. du Perron
aan
H. Samkalden

Bandoeng, 30 november 1938

Bandoeng, 30 Nov.

Beste Hugo,

Ik was op 't punt je te schrijven, toen je briefje kwam. Je was zoo ontmoedigd, toen we je achterlieten in Tapos, en misschien kwam dat ook door de pestboel van die mislukte logeerpartij. Ook voor Bep en mij was het echt een teleurstelling, om van Alijntje nog niet te spreken. We hadden er ons zooveel van voorgesteld, en het wàs zoo zalig, telkens als je er kwam*.

Van hier valt niet veel te zeggen; ik voel me nu vrij goed, maar het weer is toevallig zacht. Het schijnt hièr ook afschuwelijk gewaaid en geregend te hebben, toen wij er niet waren. Ik zag Koets en Koch en zit dus alweer dik in de K. en O.-sfeer: de nieuwe, dat zal je moeten toegeven! Het schijnt dat Z. - dit volgens berichten van Wormser5698 himself - verbijsterd en verward is van de dracht slaag; en ook omdat hij overal de Schadenfreude merkt van lieden in wie hij bewonderaars zag. Mijn beschouwingen naar aanl. v. zijn deurwaar-dersstuk zijn sinds gisteren ter perse; ik schreef ze niet als onderschrift op zijn proza, maar als los artikel ernaast, getiteld 2e Bijdrage tot kennis v/d provincie en in den vorm van een bericht aan Ter Braak. ‘Moordend?’ - och ja, nògmaals.

Het art. in de J.B. zag ik nog steeds niet en Koets ook niet; maar is het niet best? Nu schrijft hij over ons! Je moet overigens niet denken dat hij sinds zijn stuk voor K. en O. met rust gelaten is. Seubring heeft in de Preanger Post een 2e stuk gepleegd, in antwoord op dat fraais in het A.I.D. (dat inderdaad van Wormser is) waarin Z. weer goed gepest wordt.5699 Dit stuk is beter, amusanter, dan het vorige, en er staan een paar zeer vermakelijke dingen in. Dit wordt door Bandoeng verspreid in 5000 exx. en daar Z. hier woont, vindt hij dat niksnie-leuk. Ik zal je 't stuk sturen, morgen of zoo, want wat ik had is al naar Ter Braak toe. Ter informatie van de Bandoengers heeft Seubring nl. ook het heele stuk van Ter Braak afgedrukt, wat ook uitstekend is.

Walg ervan, - denk niet dat ik er niet van walg, - maar walgen is één ding en vechten een ander. Het effect op Z. gesorteerd gaat voor mij boven alles, voorshands.

Ik zend je een stuk over Antisemitisme - óók al nr. aanl. v.Z. - en ook uit de Preanger Post.5700 Dit stuk (ongeteekend) is van Koch. Verder een zeer goed art. van Ter Braak over nazisme enz. uit het Vad.5701

Bram in Makasser is verrukt van mijn ‘afbraak van het oude heer-tje’. Hij heeft K. en O. met succes laten circuleeren daarginds, en vooral de off v. justitie, genaamd Vervloet,5702 vond het prachtig en wilde mij schrijven om te zeggen hoeveel plezier hij ervan had. Bij de redactie zijn ook dankbriefjes (niet bedankbriefjes) ingekomen, o.a. van planters uit de Oosthoek. Vooral ‘bokaalhaai’ heeft ingeslagen! Wees niet te somber en bereid je ook voor op wat wij nog te vertellen hebben, niet alleen op de verwarde boosheid van Z.

Tot nader. Hartelijke groeten aan de anderen; je

E.

Heb je Uren met Coster al aan Bram gestuurd? Ik schrijf hem morgen. - Gelijk hiermee gaat een postwissel naar je toe van f 12. - voor die auto's enz. Protesteer als 't te weinig is! Wil jij dan afrekenen met die verhuurderij?

*Stendhal zou zeggen: un des plus beaux paysages du monde.
5698C.W. Wormser, directeur-eigenaar van de N.V. De Preangerbode in Bandoeng, die daar het Algemeen Indisch dagblad, De Preangerbode uitgaf en in Batavia, samen met De Java-bode, Het nieuws van de dag voor Nederlandsch-Indië exploiteerde.
5699G. Seubring had Zentgraaff geattaqueerd in ‘Sluipend gif, Of moderne Don Quichotterie’ in zijn Bandoengse ochtendblad De Preanger post van 22 november 1938 ondermeer met een bekorte overname van Ter Braaks ‘De moralist met een reputatie’ en van een anoniem, maar door D. de Vries geschreven, artikel in Het Indische volk, het orgaan van de Indische Sociaal-Democratische Partij. In een anoniem, maar door Wormser geschreven, artikel ‘Onwaardig en onwaar, “Preanger Post” over “Atjeh”’ in het Algemeen Indisch dagblad van 25 november 1938 werden tegenover de ‘kleine blaadjes’ de tot dan toe 13.000 verkochte exemplaren van Atjeh gesteld. Vervolgens schreef Seubring in De Preanger post van 29 november 1938 dat Atjeh vergeten zal zijn, ‘misschien eerder nog dan de schrijver er van, wat gezien de leeftijd van de auteur, heel wat zeggen wil’ en nam bij zijn reactie het artikel van Ter Braak in zijn geheel op. Zie J.H.W. Veenstra, D'Artagnan tegen Jan Fuselier [etc.]. Amsterdam 1962, p. 152-155.
5700Niet achterhaald.
5701‘Lof der democratie’. In Het vaderland van 6 september 1938 (av.). Over T. Mann, Vom zukünftigen Sieg der Democratie.
5702Niet achterhaald.
vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie