E. du Perron
aan
H. Samkalden
Bandoeng, 3 november 1938
Bandoeng, 3 Nov. '38
Beste Hugo,
Ik wil je toch nog even schrijven om je te zeggen hoe aardig ik het vond dat jullie me gisteravond gezelschap kwamen houden. En de bloemen, waar jullie me weer in gezet hebben! Bep zegt dat ik bebloemd ben als een (oude) vedette: E. du P. als Isadora Duncan of zoo. Op gevaar af dat dit wel erg voor overbrenging bedoeld lijkt, wil ik je verder toevertrouwen dat de beide Vermeulens mij bizonder aardig lijken. Ik hoop ze vaak terug te zien. De arme Soejitno daarentegen is gisteravond wel erg tot de zwijgende rol veroordeeld. Als hij dan maar van ons een profijtelijke studie gemaakt heeft! Verder vrees ik dat we de Vermeulens wel erg bezentgraafd hebben, en dat zij aan seniele aftakeling, subs. indische gezichtsverenging bij jou en mij moeten gelooven. We zijn al oude rotten in deze provincie-van-de-provincie! HELAAS.
Vanmorgen was ik bij Koch. (Eerste wandeling!) Hij raadde me af gebruik te maken van de Java-Bode.5631 Ik geloof ook aan mijn eigen systeem: art. in K. en O., probeeren dit blad ‘er in’ te krijgen, later bundelen. Het duurt wat langer, maar werkelijk, ik ben nog lang niet aan het eind van mijn middelen in dezen strijd, die ik als een ‘duel à mort’ opvat.
O ja, dank van Leur voor zijn aardig schrijven. Wat dat afketsen van je corresp. met Z. betreft, blijkbaar weet je daar 't fijne niet van en hij ook niet. Koch had heelemààl geen argumenten tegen, maar heeft pal vóór gestemd; hij schreef Bep een briefje dat het hem innig speet dat de anderen tegen gestemd hadden,* en mevrouw Koch was er oprecht verontwaardigd over en zei: ‘Ach, het zijn ook allemaal schoolmeesters!’ De vergadering was bovendien zeer onvoltallig en bestond uit: Koch, De la Court en Koets. Waar De la C. nu eenmaal De la C. is, dank je je insucces in dezen dus aan Koets! Bep heeft met hem erover gepraat; hij zei: ‘ja, hij vond je niet ‘the first in arms’; sympathiek maar een beetje studentikoos, en Z. weliswaar ploertig maar ‘handiger’. Ziezoo, nu weet je de toedracht. Waren Karsten, Harthoorn er bij geweest... och, dan was 't misschien net zoo gegaan. Roossenoo is wit papier en luistert naar wie met de meeste kracht spreekt.5633
Ik voor mij vind niet dat je op dit gevalletje al vaarwel moet zeggen. Blijf nog maar terwille van mij en bedenk dat, als ik geen longontsteking heb, ik ter redactievergadering ook wat in te brengen heb. Op alle vorige vergaderingen had ik eig. alleen moeite met Sluymers,5634 die er nu compleet uit is.
Et v'là. Wanneer over verkwikkelijker onderwerpen? Nogmaals dank voor jullie hartelijkheid, groeten aan al ‘de onzen’, een hand van je
E.
Bep