E. du Perron
aan
J.C. van Leur:5623 Bandoeng, 30 oktober 1938
Bandoeng, 30 Oct. '38.
Beste Van Leur,5624
Je ziet, ik kan zelfs alweer de pen hanteeren. Dank voor jullie goede wenschen. Als wij naar Soekaboemi gaan, zal ik je waarschuwen: als jullie dan niet allemaal tegelijk komen maar ieder een halve dag, zal het resultaat nuttig, aangenaam en lang tegelijk zijn! Ik bedoel: zooals je lang van een likeurtje geniet.
Hierbij het veto van je schoonmama terug. Het was geen seconde in me opgekomen dat jij of ik met dit werk onder haar duiven schieten zou; edoch, het blijkt dat het ook zóó is op te vatten. Tenslotte begrijp ik ook wel dat zij liever eerst al die G.G.'s ‘van den Lande’ publiceert, als dat nog nooit geschied is. Wij hebben nu dus de keus tusschen 2 dingen: wachten tot zij met haar werk klaar is, of probeeren ‘onze’ portrettengalerij samen te stellen zonder te ontleenen aan die verzameling ‘van den Lande’. Het laatste zou mij liever zijn, omdat mijn natuur nu eenmaal innig de pest heeft aan monopolies en soortgelijke blokkeeringen; maar misschien zijn sommige van die heeren alleen dààr te vinden? Zoodra ik weer mobiel ben en ‘op’ Batavia, zal ik in de Bibl. v/h Bat. Gen. en elders een onderzoek hiernaar instellen; ook Stapel zal me hierbij wel van dienst willen zijn. Of wel: hij kan zelf dat boek samenstellen, vanuit Holland en toch bij Nix.5625
Krijgen we zoo'n complete collectie bijeen, dan hebben we je schoonmoeder, dunkt me, in geen enkel opzicht ‘benadeeld’ en het boek hoeft er niet eens minder goed om te worden, want op een enkel schilderij na is de collectie ‘van den Lande’ niet bepaald bewonderenswaardig, wil mij voorkomen. In Colijn Ned. Indië5626 althans staan monstrueuze reproducties; ik meen uit die collectie.
Andere mogelijkheid: waarom zou je schoonmoeder zèlf dat G.G.'s-boek niet samenstellen, gesteld dat ze daarvoor voelen zou?
Enfin, begrijp één ding: dat ik niet in 't minst de bedoeling heb je schoonmoeder te ‘forceeren’ (uitdrukking van jou) of te ‘beconcurreeren’, en daarom naar andere wegen zoek. Maar zoonoodig, kan dat boek natuurlijk ook een jaar of wat uitgesteld worden. - Wat jouw idee betreft: G.G.'s te behandelen in het problematische Noesantara (op 't oogenblik denk ik dat ik over 4 mnd. naar Europa terugga), dat is op zichzelf natuurlijk best; hoewel ik, voor essays over indische 19e-eeuwsche geschiedenis liever alle gezichten erbij zou zetten die géén gezichten van G.G.'s zijn.
Tenslotte een vraag: zou je je schoonmama willen vragen of er in de coll. ‘van den Lande’ een portret is van C.S.W. van Hogendorp, waarnd. G.G.?5627 Vind je dit vervelend, schrijf het mij dan, dan zal ik het haar zelf vragen. Zoo mogelijk, dan zou ik nl. graag een reproductie van dit portret hebben, en ook van dat van den G.G. Van Overstraten.5628 Het laatste niet om te publiceeren; het eerste wèl; zoo mogelijk, nl. als schrijver van Javaansche tafereelen in mijn 2e bundel: Van Kraspoekol tot Saïdjah. Misschien dat je schoonmoeder voor dat eene portret, en in een boek dat in geen enkel opzicht haar werkzaamheid raakt, wel een uitzondering wil maken? Maar laat ons beginnen met te vragen of het conterfeitsel wel aanwezig is. (Overstraten wèl natuurlijk, maar C.S.W. v.H.?)
Ik ga morgen naar huis terug, lig me hier al 4 of 5 dagen ferm te vervelen, wat een goed teeken moet zijn. Ik ontdek nl. een grondige waarheid: om in een ziekenhuis op je plaats te zijn, dwz. iets te doen te hebben, moet je goed ziek zijn. Mijn tegenw. toestand van landerige kwakkeligheid is zeer onbevredigend.
Ik hoop de Vermeulens5629 spoedig te ontmoeten, na zooveel van hèm te hebben gehoord. Zijn zwager Ivo zag ik hier, zooals je weten zult. - Nu, neem dit gekrabbel, dat ik op een boek in bed verrichtte, voor lief, en tot ziens. Hartelijke groeten voor Peu ook, en van Bep, t.a.v.
EduP.
P.S. Het grappige is dat ik dat boek van G.G.'s wel graag zou willen zien, maar er niet over denk het zelf samen te stellen! Is het toeval dat de man die dat andere G.G.-boek in elkaar zette Van der Kloot heette?5630