E. du Perron
aan
G.M.G. Douwes Dekker

Garoet, 11 december 1937

Garoet, 11 Dec. '37
's avonds

Waarde Heer D.D.,

Ik schrijf u nog met bevende hand - had achter elkaar allerlei ellendige dingen hier, eerst een kuur voor (tégen) amoeben-dyssenterie, die hier bij mij ontdekt werd, daarna een negenoog, daarna een speciaal-garoetsche vijfdaagsche koorts, waar ik nog ‘trillende’ van ben. Kortom, let u niet op stijl of schrift, ik duw mijn pen vooruit zooals 't uitvalt.

Wij komen hoogstwschl. tegen 16 of 17 dezer in Bandoeng. Ik hoop u dan op te zoeken, tenminste als ik me beter voel dan nu. Anders gaan we haastig door naar Batavia.

Dank nu voor de teruggezonden stukken5114 (via uw broer). Ik begrijp wel wàt u mist in de 2 stukken van Ter Braak, maar die zijn voor Holland - ik herlas ze met het oog daarop - werkelijk met een maximum tact = doeltreffendheid geschreven. Want tenslotte zegt hij alles wat gezegd moest worden, en laat hij vrijwel niets heel van Saks. U moet eens letten op wat nu verder zal loskomen. In De Telegraaf (ploertenblad bij uitstek) heeft een krullenjongen al een paar smalende woordjes gezet; verder schrijft Ter Braak mij vandaag:

‘Inmiddels heeft Dr. Noordenbos een groot artikel in de N.R.Ct.5115 geschreven, dat ik je per mail opzond. Ik ken dien man persoonlijk en heb hem altijd voor geschikt en niet dom gehouden [dat is hij ook niet, voor een vakhistorikus - E.d.P], maar dit stuk is bot. Het schijnt inderdaad zoo te zijn, dat de Hollander de qualiteit van M. niet erkennen kan, zonder zelf iets te verliezen, dat hem volkomen onmisbaar is om zijn stand op te houden.* Ik zou zoo zeggen, dat ik geprobeerd heb om Saks, waar het mogelijk was, tegen jou te verdedigen (expres!); maar neen, voor deze soort “wijzen” is het niet anders dan dat Saks een “rijp” genie moet zijn en jij een “jonge” enthousiast. De tegenstelling is werkelijk fraai en getuigt van veel menschenkennis. [Ze is des te savoereuzer waar al deze heeren sinds jaar en dag erover klagen dat ik zoo cerebraal, zoo weinig “ontroerd,” zoo cynisch ben, enz. - E.d.P.] Vooral het smoesje van Noordenbos over het document van April 1856 is treffend. Zooiets bedenkt alleen iemand, die Saks à tout prix wil dekken, en zijn peutermethode tegen alle evidentie in rechtvaardigen!’5116

Jammer dat ik nu met-dat-al niet weet wat dat smoesje is. Maar ik verwachtte niet anders. Vooral waar 't nu niet alleen betreft pro of contra Mult., maar pro of contra Saks. En de man is een zeer ‘gezien’ socialist; Noordenbos vmdl. ook; de ‘marxistische methode’ raakt hier in gevaar! Maar troost u: ik wacht kalm af tot alle geklets binnen is. Daarna schrijf ik mijn finale afrekening in G. Ned., niet als artikel, denk ik, maar in dialoog-vorm, waarin ik doodrustig dit alles en Saks incluis ‘bepraten’ zal. Dat kan heel best worden. Ik zal Greshoff schrijven dat ook hij doodkalm wacht tot ik voor dat stuk ‘rijp’ ben, want in de sfeer van ‘rijpheid’ zal het geboren worden, dat beloof ik deze saksers-pelotons.

Die brave Saks heeft niet 10, zooals ik dacht, maar 17 jaar aan Mult.'s verleden gepeuterd, zonder dat dokument te vinden! En weest u er zeker van, dat al deze woede niet bestaan zou als mijn boek niet verschenen was met dat dokument erin! Dan zou ieder krantje nu schrijven: ‘wat heeft die Saks toch een meesterstuk geleverd weer, en wat heeft hij die Mult. prachtig tot de juiste verhoudingen teruggebracht; en zie, dit is nu het definitieve boek daarover.’ Terwijl ze nu zich moeten verweren, hun uitgekafferde Saks zoo goed en zoo kwaad als 't gaat ophemelen, zijn ongeoorloofde stommiteit goedpraten, mij aanblaffen (wat mij soenggoe mati5117 een vreugd is!), enz. Dit enz. wil zeggen:... en per slot niet van mijn laatste woord hierover verschoond zijn. En dit laatste woord zal gedrukt worden in het tijdschrift zelf waarin Saks zijn 17-jaar lange gepeuter heeft mogen verrichten: Gr. Ned.

Dit wou ik u vandaag nog even schrijven. Antwoord hier maar niet meer op, want vóór dien heb ik u misschien al opgezocht. Ik bel u natuurl. eerst vooruit op.

Tot zoover. Mijn hand is lam. Gaarne steeds uw

EduP.

Moed met uw laatste loodjes! Als 't voor u uit is, gaat het gareel voor mij beginnen, helaas.5118

5114‘Multatuli, Droogstoppel, Havelaar’
5115“Multatuliana”. In NRC van 30 november 1937 (av.). Noordenbos schrijft ondermeer: “Het groote verschil tusschen de boeken van Saks en van Du Perrou [= du Perron] is niet zoo zeer dit, dat de laatste met dichterlijke intelligentie, de eerste met deurwaardersscherpzinnigheid te werk gaat, ligt ook niet in de eerste plaats in de tegenstelling - zonder denigreerende bijbeteekenissen - van dichter en historicus, maar is er vooral een van leeftijd, beter nog van jeugd en rijpheid.” Het belang van DP's vondst van de conceptbrief wordt door Noordenbos als volgt gebagatelliseerd: “Behalve dat die ontwerp-brief dan toch van na het ontslag dateert, [...] is de opvatting dat Multatuli van zijn bijzonder geval een algemeene zaak heeft gemaakt, bij Saks vooral gebaseerd op de psychische structuur, op den aanleg van Dekker.”
5116Zie Bw TB-DP 4, p. 211.
5117Heus waar.
5118Guido Douwes Dekker zou met ingang van 1 januari 1938 met pensioen gaan.
vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie