E. du Perron
aan
F.E.A. Batten

Garoet, 2 december 1937

Garoet, 2 Dec. '37.

Beste Freddy,

Dank voor je lange brief. Er is geen sprake van dat ik zóóveel terug kan pennen, maar op bepaalde punten antwoorden gaat natuurlijk best. De stukken van T.Br. over Saks en mij las ik nu een paar dagen geleden. Natuurlijk vind ik ze voortreffelijk. Wat Ter Br. niet begrijpt - dat ik S. ‘schijnheilig’ noem - heeft hij zelf n.b. uitstekend ‘verwoord’ waar hij zegt dat Mult. ‘met dezen als objectief historisch onderzoek vermomden naijver (wordt) verraden’. Dàt noem ik schijnheilig, dat vermomde verraden! Enfin, in De Telegraaf heeft een opmerkelijk domme krullejongen al een ‘tegenzang’ laten hooren5085; ik hoop dat je dat ook las. - Ik wist niet dat ik je nog zoo verdomd veel moeite had gegeven met die revizie, maar wat je me er van meedeelt is allemaal even perfect, dus mijn dank groeit. In ieder geval is het het meest complete boek over deze eerste levenshelft van Multatuli, want er is geen dokument of verhaal van éénige beteekenis, geloof ik, dat ik er niet in heb gezet. Ik zou, wat mij betreft, het veel tijdroovender werk op me willen nemen van een ‘vervolg’: Mult. als schrijver, waarvoor ik ook al zijn geschriften weer zou moeten overlezen, maar als Q. mij dat niet vraagt, doe ik het niet. Altijd weer de formule vinden van maximum arbeid voor minimum loon, verdraai ik; mijn ongeluk is dat ik minder betaald schijn te moeten worden omdat ik zoo hard gewerkt heb (vanwege hoogere drukkosten en hooger risico). Toch is die redeneering van uitgeversstandpunt uit natuurlijk logisch.

Saks houdt nog veel moois voor me in petto (zijn boek is onderweg, door Greshoff hierheen gezonden): dat heele begin - de jeugd en Sumatra's W. kust door S. behandeld - ken ik nl. niet. Maar mijn rekening met S. is nog niet vereffend. Ik heb lust hem in G.N. te behandelen in een ‘dialoog’. Wil Greshoff dit niet, dan maar een gewone bespreking.5086

De Onzekeren schieten maar heel langzaam op. Die amoeben-historie, kuur + negenoog die ik er bovenop kreeg, hebben mij geheel uit dit werk geslagen. Over 14 dagen gaan we nr. Batavia, waar het huizen zoeken Bep lang niet meegevallen is, moeten ons inrichten, enz., en dan begint het werk op het Archief, dat mij den eersten tijd wschl. wel van alle literaire arbeid zal afhouden. Dus...

Je nicht in Mr. Cornelis5087 verwart Gedong Menu met het huis van Hartelust, den vroegeren ass. resident, tegenover de Crammerslaan. Dààr is nl. dat kosthuis. In Ged. Menu huist nu een holl. burgerfamilie die regeert over een gansch volk van ‘naaiers’. Heele zalen zijn gevuld met trap-naaimachines en het naaivolk vult iedere dag in stoeten het erf. Er wordt daar nl. genaaid voor het leger, dus in veldgroen laken; heel sympathiek.

Dat plan van die Mult.-uitgave van Gans Sr. bij De Haan is een Gans-achtig fantazietje geweest. Ik heb den man uitvoerig geschreven en zelfs met een voorbeeld van hoe ik die uitgave dacht in te richten en kreeg doodgewoon geen asem.5088 Als Ter Br. dit nog niet weet, zeg het hem dan bij gelegenheid.

Die 2 strofen Voor een Jongmeisje werden geschreven niet voor Truida ter Braak, maar voor een meisje dat indertijd bij Stols werkte, dochter van den boekhandelaar Bolle van Rotterdam, genaamd Danny Bolle. (Ik was niet verliefd op haar!!!) Ik herinner mij die verzen niet meer, zend ze me maar eens; misschien kunnen ze in een volgende herdruk.5089 Weet je dat Mikrochaos totaal is uitverkocht? Gek, hè?

Het boek van Prick van Wely vraag ik heden aan.5090 Als 't er is, wordt het je meteen opgezonden, dus van Batavia uit.

Ik vind Van Eyck een zéér sympathieke man, maar houd me nog steeds aanbevolen voor zijn opinie over Multatuli en over Couperus. Voor hem zijn die wschl. geen poepje waard naast Verwey.

Al wat je me over Italië en de Van Schendels vertelt, heb ik geboeid gelezen. Als de Van Schendels er niet meer zijn, is er een heel zuivere aparte wereld gebluscht in Holland. Ik hoop spoedig De Grauwe Vogels te lezen en ze te bespreken voor 't bataviasche publiek van lezende ambtenaarsvrouwen, waarvoor ik tegenwoordig schrijf. Ik ben haast nog meer benieuwd naar het nu nog geheime boek, vooral om de compositie, die ‘modern’ is. Je vindt een schets van deze manier van belichten in het verhaal Le Miroir à 3 faces van Morand (in L'Europe galante); verder is er iets van deze methode bij Wilkie Collins (The Woman in White). Maar verder heeft dit alles met Arthur natuurlijk niets te maken; en vooral de manier waarop Arthur zooiets aanpakt, interesseert me bizonder! Voorloopig zal ik er intusschen diep over zwijgen. Ik hoop dat de Gr. Vogels al naar me toe varende zijn. Ook het boek van Slauerhoff over Guadalajara zag ik nog steeds niet. Guzman daarentegen besprak ik.5091

Wij loopen niet in ‘indische gewaden’. Mijn kleeren hier zouden gewoon lichte zomerkleeren in Europa kunnen zijn. Zoo'n foto trekt ons niet aan; maar vroeger of later, als zooiets gemaakt wordt, zal ik je een afdruk zenden. Foto's van 't huis in Tjitjoeroeg bestaan, die zal ik voor je opscharrelen. Ik zond ze aan Greshoff die er nog met geen kik op reageerde. Vraag hem er eens naar, en als er wat bij is dat je houden wilt, vraag dat dan aan hem of schrijf mij wat het is, dan laat ik het hier nadrukken.

Dat ‘slapen’ met meisjes dat jullie telkens willen doen vind ik vreeselijk idyllisch. Ik dacht dat zooiets nog altijd ‘keezen’ heette. Maar soedah; Slaap, kindjes, slaap.

Atie Greshoff vinden wij bizonder aardig en dat ze zoo'n douche voor jullie was na Annie - al is de laatste een schat - volstrekt onbegrijpelijk. Dat ze ‘een hout’ zou zijn is klinkklare onzin. Aan den anderen kant begrijp ik er weer niets van als je vertelt dat Ikarus bekeerd Greshoff's beste lange gedicht is en zijn ‘volledige poëtische belijdenis’. Ik dacht dat Pro Domo dat was. Bovendien, ik las Ikarus en vond het heel goed, maar 1o stukken te lang en 2o zeker minder dan Pro Domo of de Najaars-uitverkoop en misschien zelfs dan Janus Bifrons.5092

De brief van Gans is mooi. Zeg hem dat hij rekenen kan op f 10. voor een aandeel van Duwaer. Maar waarom zoo'n rotnaam als Duwaer? Vanwege Ducroo? Waarom dan maar niet Ducroo? Maar goed, va pour Duwaer! Wschl. blijft hij toch ongeboren, net als de Mult.-uitgave van ouderen broer Gans-van-De-Haan.

Van Rudie nog geen bericht. Chevasson heet niet Chefasson. Op oom de Neef wacht ik, maar niet in Tjitjoeroeg, dat is voorbij. Je spreekt verder over ‘iemand als Verhoeven’, alsof je 'm kent. Ik ben zoo ver niet. Tot dusver was hij geschikt, maar 't kan verkeeren, en vooral, vergeet niet dat hier in Indië alles afhangen kan van de ‘conjunctuur’. Om te beginnen schijnt mijn benoeming voeten in aarde te hebben gehad:*, omdat een ‘dynamische figuur’ als ik (dat waren de eigen woorden, volgens mijn zegsman) een slechte invloed zou kunnen hebben op Verhoeven, die toch al ‘onrustig’ gevonden werd. Maar deze ‘onrust’ beteekent vnl. dat hij graag aan den weg timmert, van zich doet hooren in de bladen, enz. Iemand anders heeft toen betoogd dat dit soort ‘onrust’ mijn ‘dynamiek’ vmdl. hoogst-siberisch zou laten, zoodat het gevaar denkbeeldig leek. Enfin, ik ben nu benoemd. (Er is nog géén ex. van mijn boek met opdracht aan D.D. in Indië!)

Voor Arthur hèb ik moeite gedaan. Maar wat ze aanbieden is belachelijk. Als ik in Batavia woon, wil ik nog weleens moeite doen maar Arthur is hun al te hoog: òf Fabricius, òf Darja Collin, òf een pianist of zoo, verder reikt hun belangstelling niet. Anna v. Gogh-Kaulbach is gewoon op eigen kosten gekomen, en zit nu bij familie, meen ik, nog verder oostwaarts, dus daar moet je niet op letten! - voor zoover ik weet heeft 't goeie mensch niet één lezing gehouden hier.

Over 't stuk van Rudie5094 schrijf ik, zoodra ik 't gelezen heb. Tot zoover nu. Veel hartelijks van ons 2, je

E.

P.S. Ik heb over Halbertsma geschreven aan Bernet Kempers v/h Bat. Gen.5095 - Over Java, en ‘geel’ en ‘bruin’ gevaar, later. Dat de Indo's het nu beroerder zouden hebben dan vroeger, is absoluut onwaar. - Naar de sriawan en andere temoe lawak5096 zal ik t.g.t. informeeren. Dank voor de hint!

5085Een anoniem artikel in De telegraaf van 24 november 1937, waarin ondermeer werd geschreven: ‘Men ontkomt niet aan den indruk, dat Saks veel meer in zijn mars heeft dan du Perron, wiens eenzijdigheid opvalt.’
5086Over Saks heeft DP geschreven in Multatuli, Tweede pleidooi, p. 31-80 (grotendeels niet in Vw).
5087Mabel Batten, stiefzuster van A.E. Batten.
5088Brief aan Louis Gans niet teruggevonden. Zie voor het plan van de Multatuli-uitgave de brief van Ter Braak van 27 maart 1937 (997 = Bw TB-DP 4, p. 114-115): ‘Zoo juist is bij mij geweest Gans, de broer van onzen Gans, [...]. Hij wil nu een Multatuli uitgave maken; daarvoor adviseerde ik hem jou te vragen, waarvoor hij alles voelt, [...]. Het moet een standaarduitgave worden, met noten, tekstcritisch, maar geen geleerden-editie.’
5089Zie voor Danny Bolle 1895 n 1. ‘Voor een jongmeisje’, voor het eerst gepubliceerd in Helikon 2 (1932) 1 (januari), p. 16, is niet opgenomen in E. du Perron, Parlando, Verzamelde gedichten (Rijswijk: Stols 1941), maar wel in DP's onvoltooid gebleven toneelspel ‘De nieuwe manier’ (Vw 5, p. 411-412).
5090F.P.H. Prick van Wely, Neerlands taal in 't Verre oosten, Eene bijdrage tot de kennis en de historie van het Hollandsch in Indië. Seraarang etc. 1906.
5091‘Toppen in politieke romankunst’.
5092J. Greshoff, ‘De najaarsopruiming’. In Forum 1 (1931-1932) 2 (januari), p. 77-83 (opgenomen in J. Greshoff, Mirliton, Gedichten. Haarlem 1932, p. 89-102); J. Greshoff, Janus Bifrons, Een debat in sonnetten. Maastricht etc. 1932; J. Greshoff, Pro Domo, Gedichten. Blaricum 1933; en J. Greshoff, Ikaros bekeerd, Een leerdicht. Maastricht etc. 1938 (voor het eerst gepubliceerd GN 36 (1938) 3 (maart), p. 241-254).
*5093Dit schijnt een ‘geheim’ te moeten blijven. Soit, al is 't idioot.
5093Commentaar van DP bij twee door hem zwartgemaakte regels na de dubbele punt.
5094R.A.J. van Lier in de rubriek ‘Commentaren’. In GN 35 (1937) 12 (december), p. 727-730. Over een afwijzende bespreking door G. van der Leeuw van Ter Braaks Van oude en nieuwe christenen in de rubriek ‘Van de leestafel’ van Het vaderland van 18 september 1937 (av.), opgenomen in M. ter Braak, Verzameld werk IV (Amsterdam 1951), p. 897-901.
5095Brief niet teruggevonden.
5096Resp. een geneeskruid tegen spruw en ingewandsstoornissen, en een geneeskrachtige wortel, eveneens tegen ingewandsziekten.
vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie