E. du Perron
aan
A.A.M. Stols

Voorburg, 12 januari 1933

Voorburg, Donderdag.

Beste Sander,

Dank voor je brief. De situatie is veel erger dan je je voorstelt. Het blijkt nu wel dat ik bitter weinig overhoud, en dit weinige werd nog voorloopig ‘in beslag genomen’ - verzegeld, enz. - omdat mijn halfbroer, die in Indië is gestorven, vier minderjarige kinderen nalaat, die nu mee moeten erven, of ze willen of niet. Ik ben suf van de ellende en de practische rotzooi die ik heb moeten opknappen, of liever, temidden waarvan ik spartelende ben.

Stuur me toch maar een berekening naar Bellevue van hoe we ervoor staan. Ik hoop dat jij niets van mij krijgt, want ik zou niet weten waar ik dat nù vandaan zou halen. Maar om groote sommen kan het goddank niet gaan.

Op mijn voorstel betreffende de 5 dln. Voor kl. Parochie en Vriend of Vijand ben je blijkbaar niet ingegaan; ik ontving tenminste niets.

Maandag a.s. ben ik zeker wel in Bellevue terug. Stuur dus ook daarheen de proeven van Tegenonderzoek. Mocht je er ditmaal iets langer op wachten, dan weet je wat de reden is.

Kijk eens uit naar een baantje voor me! Dat is het wachtwoord dat ik al mijn vrienden geef.

Met hartelijke groeten, ook van Bep en voor Greet,

je Eddy

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie