E. du Perron
aan
C. van Wessem
Gistoux, 28 juli 1931
Gistoux, Dinsdag.
Beste ‘Stan’,
Ik werk - wil je het vooral je vrouw laten weten, neen, ik bedoel: wil je het vooral voor haar verbèrgen - aan een gro-o-o-ot stuk over... Dirk Coster. Wat je noemt een serieuze studie, ditmaal. Alle 's mans werken liggen hier, en 35 blzn. heb ik geschreven, voor de Marginalia en Dostojevski alleen. Is het niet iets voor de Vr.Bl.: iedere maand een stuk? Het geheel zal 6 of 7 stukken bevatten. Tot op heden ‘bijgewerkt’.
Menno en alle anderen zijn nu weg. Ik zit alleen, heelemaal met Dirk alleen. Zelfs mijn moeder en de door jou bedoelde dames1930 zijn naar Brussel, voor dringende zaken met den dentiest.
Kan je me de Slauerhoviaansche letteren over je negerwellust1931 niet eens zenden? Zeer benieuwd. En ook de versto(m)pte Donkerslooterij?1932 Graag. Alles gaat direct weer terug. - Je giraffe-verhaal1933 lijkt me zeer gelukkig; bravo! maak er wat van. Laat er desnoods het schot van Poesjkin in het Hollandsch nog wat voor in het pistool zitten,1934 après tout kon die man toch alleen maar een schilderij bederven.
Mijn nieuwe chauffeur is een snoes.
Et v'la voor vandaag. Hart. gr. van je
E.
P.S. De brand van Java's heerlijkheden schijnt door communisten ontstoken. Die kerels kunnen toch ook nog wel wat! VV IL POPOLO! à bas Bali!