E. du Perron
aan
W.A. Kramers
Brussel, 2 augustus 1930
Brussel, Zaterdag.
104 Bd Brand Whitlock.
Beste Wynand,
Veel dank voor het knipseltje1187. Wat zou er van mij worden als ik jou niet had om af en toe voor zoo'n opwekkertje-uit-de-krant te zorgen? ik vraag het mij af en ben je dankbaar. Het blijkt meer en meer, overigens, dat alles terecht komt, dus ik in Nederlandsche ongenade: Borel, Coenen, Houwink, alles doet even superieur-misprijzend. De laatste analyseerde mij zelfs uit mijn ‘voortdurende herdrukken’, om met Freud's hulp tòch tot een alleszins bevredigende conclusie te komen. Als hij hiermee voort wil gaan (in D.G.W. bijv. over Nutteloos Verzet) geef jij hem dan eenige nadere bizonderheden, voor de variatie: b.v. een lijstje van het soort dassen dat ik draag; mijn voorliefde voor zoete likeuren of zoo? Nu, tot nader! Nogmaals dank en de vriendenpoot van steeds je
E.