E. du Perron
aan
H. Mayer
Amsterdam, 2 maart 1930
Amsterdam, Zondag.
Beste Henri,
Eindelijk, gisteren, zijn we dan met krachtige herrie uit die inrichting voor patjepeeërs weggegaan. De strijd wordt overigens voortgezet. Maar daar niet van. - Wil je mij naar het Museum-Pension, P.C. Hooftstr., sturen - op zicht - een deel van die 3 deelige Byron938 en dat andere werk met de romantische gravuren. Wel te verstaan: als de druk goed - en niet te klein is - en het papier van bruine vlekken vrij. Dan voel ik wel voor die romantische uitgaven. Van Don Juan bestaan mooie aparte edities, dat weet ik, die vind je dan later wel voor me. Maar ook Childe Harold moet er zijn, en de Hebrew Melodies. Kijk dus nog even goed na wat er allemaal ontbreekt.
Verder had ik graag omgaand prijsopgaaf van die 4 Bunings (gedichten)939, waarover ik je schreef.940
Het stuk over Gide, dat over Den Doolaard, het sonnet voor Buning, de open brief aan Dr. N.A. Donkersloot, komen, met nog te schrijven dingen, als 6e cahier in de 2e reeks van de openlijke publicatie941. Het zal er dus nog best mee door kunnen. Zoo èrg veel heb ik niet veranderd!
Nu, tot nader. Groeten v. je
E.
Ik zond gisteren een N.V. voor je zoon aan jouw adres. E.
Graag ook bericht over Burssens942.