E. du Perron
aan
J. Greshoff

Amsterdam, 6 februari 1930

Amsterdam, Donderd.

Beste Jan,

Nadat ik gisteren mijn kaart verzond, kwam je briefje. Je zult Aty's brief nu toch wel ontvangen hebben - door H.M. naar de Belziek teruggestuurd? Van mijn kant, ontving ik nog 5 exx. N.V. van Germaine W. zoodat ook dat in orde is. Gelijk hiermee schrijf ik aan Sander. G.W. deelde mij mede dat er maar 20 exx. N.V. en tout et pour tout in Brussel waren gekomen, zoodat van ‘persdienst’ nog geen sprake is geweest natuurlijk. Wil je S. vragen daar eenige haast achter te (laten) zetten. Men moet het ijzer smeden enz. Doe jij de ‘persdienst’, maar laat gerust alle provinciale blaadjes stikken, dat wordt immers toch altijd even bête! Zend eerder exx. naar ‘losstaande personen’ waarvan je denkt dat zij in hun pennehouder zouden kunnen klouteren.

Nu, tot nader. Veel hartelijks voor jullie allen van je

Ed.

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie