E. du Perron
aan
J. Greshoff
Amsterdam, 5 februari 1930
Amsterdam, Woensd.
Beste Jan,
Je hebt Aty's brief - dien ik je naar Mayer doorstuurde - zeker tijdig ontvangen en daarin zeker gelezen dat ze niet kwam. Ik heb in ieder geval vergeefs op je teeken gewacht. Jammer dat we elkaar eigenlijk zoo onvoldoende en zoo erg ‘tusschen de menschen’ zagen. Maar spoedig beter, zullen we zeggen. Hier gaat het weer niet erg goed. - Ik moet nu 2 dingen van je weten (liefst omgaand): 1e. of ik het geld voor N.V.880 aan Sander moet sturen en hoe? mandaat? - 2e. of Koning voelt voor de art. van Van der Hoeven. Ik begin spoedig met de vertaling, maar wou dan toch wel weten of er kans is op plaatsing - wat? - Wil je verder aan Sander of aan Mlle Wouters zeggen dat ik nog steeds wacht op de 7 exx. N.V. die ik alsnog wilde hebben (en aanvroeg) en verder ervoor zorgen dat Maurice, Leroux en Herreman ieder een ex. krijgen? Is de persdienst geschied? Onder jouw auspiciën? - Nu, schrijf me weer eens wat. Veel hartelijks van huis tot huis en de 5
je Ed