E. du Perron
aan
A.C. Willink

Gistoux, 18 april 1927

Gistoux, 18-4-27.

Beste Willink,

Je brief kwam mij in Parijs in handen. Het voorstel dat je mij erin doet heeft, hoezeer misschien ook door de noodzakelijkheid voorgeschreven, voor mij bitter weinig bekoring, als ik mij zóó fleurig mag uitdrukken. Ik zou zooveel voor je willen doen als ik maar kan, doch liefst zonder je voor een paar frontispieces, voor mijn eigen boeken althans, te moeten betalen. Als je liever geen houtsneden maakt omdat dit te bewerkelijk is, twee penteekeningen zijn mij ook welkom. Maar laat ons hier liever later over spreken. Ik heb misschien ook nog een werkje voor je waarmee je wat verdienen kunt; n.l. als je je in staat voelt z.g. erotische teekeningen van Grosz te fa-briceeren(voor de 11.000 Verges van Apollinaire). Ikzelf heb ernstige uitgeversplannen! ja-a, daar spreken we óók nog over... Wat denk je ervan om volgende maand een dag of tien bij me te komen logeeren? Ik heb, vanaf 7 Mei, twee kamers uitkijkende op de avenue Louise, en dan staat heel Gistoux ook nog half voor ons open. Als je tegen 10 of 11 Mei eens kwam opdagen? (je ziet, ik neem een minimum van tijd voor het vervolmaken van mijn installeering).

In ieder geval, hopelijk tot spoedig. En vóór ik het vergeet, begin Juni, is de heer Dinger mij afrekening verschuldigd van de tot dusver verkochte boeken, en komen, hopelijk, voor jou de eerste kwartjes van de Hooft!

Steeds je EdP.

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie