E. du Perron
aan
P. van Ostaijen

Gistoux, 22 april 1927

Gistoux, 22-4-27.

Beste van Ostaijen,

Gelijk met deze verzend ik Koning en Min168 en Champavert169. Als de laatste bundel je vermoeit, lees dan alleen de twee laatste verhalen; Passereau is niet onaardig kwa verhaaltrant en Champavert benadert het meest Maldoror (d.i. de voorbeelden van M.) Ik zend je eerstdaags Nameno's Terugkeer en Het Lied van Vrouwe Karola170; mocht de ballade je bevallen en Jespers genegen zijn er een frontispiece voor te maken (verkapt-eroties, anders vinden we misschien niemand om er een cliché, of afdrukken, van te maken?) dan zou ik het toch wel apart willen uitgeven, met niet meer dan 4×2 verzen op één bladzij, in vette letter.

Vergeet je van jouw kant niet mij Maria Monk (de echte)171 toe te sturen? geef mij dan op wat je er nog voor hebt moeten neerleggen. Wil je het zelf eerst doorkijken dan doe je dat natuurlik. Zend mij ook s.t.p. het zinnetje betreffende de bloedschande, uit de Sade, het kan mij prachtig tot epigraaf dienen.

Ik heb Breuer gesproken over een blaadje in 200 ex. van 16 blz. twee kolomme-druk. Hij vroeg ongeveer 1000 francs! Dit lijkt mij overdreven. Ik ben benieuwd naar wat jij in Antwerpen te horen krijgt.

Op de volgende velletjes172 schrijf ik voor je over alle Cartes Postales van H.J.-M. Levet, geschreven tussen 1900 en 1902, verschenen in kleine periodieken als La Vogue, La Plume, La Grande France, voor het eerst (en de enige maal) verzameld door Larbaud en Fargue in 1921. Levet was vice-consul; men heet hem: ‘frère aîné de Barnabooth’; maar ik vind hem meer verwant aan Morand173 (de mode van uitdrukkingswijs daargelaten).

Tot spoedig, en steeds je

EduP.

NOOT. Henry Jean-Marie Levet, né le 13 janvier 1874. Chargé de mission dans l'Inde et l'Indo-Chine par le Ministre de l'Instruction Publique (décembre 1897-juin 1898); Officier de l'Académie (février 1899); Vice-Consul de 3e classe; Chargé des fonctions de Secrétaire-Archiviste, à Manille (novembre 1902); Chargé de la Chancellerie de Manille (décembre 1902); Chargé de la Chancellerie de Las Palmas (février 1906); mort à Menton, boulevard du Midi (1906).

Behalve de tien ‘cartes postales’ die ik voor je heb overgeschreven, schreef hij nog dertien andere gedichten; twee losse verschenen in de Courrier Français van 1896; de andere verdeeld in twee plaquettes: Le Drame de l'Alleé(1897) en Le Pavilion ou la Saison de Thomas W. Lance(1897), een en ander erg symbolisties.

168De koning en zijn min, erotisch gedicht van DP, niet in Vw.
169‘Contes immoraux’ van Pétrus Borel (1809-1859), gepubliceerd in 1833, herdrukt in de Oeuvres complètes (1922).
170Deze erotische ballade bleef onuitgegeven.
171Maria Monk, de zwarte non (1853) is de vertaling van het Amerikaanse Awful disclosures of Maria Monk (1836).
172Bij de brief zijn vijf blocnotevellen waarop DP tien gedichten van Levet heeft overgeschreven.
173DP had in zijn ‘moderne’ jaren een grote bewondering voor Paul Morand. Hij vermeldt in zijn Autobiografisch overzicht (Vw 7 p. 504) de invloed van Morand op Kwartier per dag, Claudia en Zittingen voor een damesportret.
vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie