4251 (2757a). Aan F. van Ermengem580: Le Roselier-en-Plérin, 1 december 1935

Bretagne, 1 December 1935.

Geachte Heer,

Ik schrijf u in het hollandsch, aangezien u deze taal verstaat. - En in de eerste plaats: mijn excuses dat ik u niet eerder schreef. Ik was nl. in Bretagne toen ik uw brief581 kreeg en bezig aan het uitwerken

[p. 188]
van allerlei notities. (Ik zit er op dit oogenblik nog, maar denk overmorgen in Parijs terug te zijn.)

De zaak zit zoo: ik wil dit boek vertaald hebben om het een franschen uitgever aan te bieden; ik heb er nog volstrekt geen uitgever voor en de kans dat ik er een vind is zelfs niet zoo èrg groot. Ik zou het boek nu zelf vertaald kunnen hebben met een franschen vriend,582 maar dit zou ons eenige maanden gekost hebben die ik zelf liever voor wat anders gebruik. Toch is wat ik van u vraag minder een complete vertaling dan een ‘grondtekst’. D.w.z. mijn bedoeling is die vertaling nog eens heelemaal door te nemen, te bewerken, misschien hier en daar uit te breiden, enz. Het komt dus hierop neer dat u niet voor een uitgever zou werken, maar voor mij.

Het spreekt vanzelf dat ik toch een zoo getrouw mogelijke vertaling zou wenschen, in zoo goed mogelijk fransch.583 Hoe beter de vertaling is, hoe meer werk het bespaart. Ik had de tekst dan ook graag getypt, en met een vrij groote kantlijn en groote interlinie (om ertusschen te kunnen schrijven). De vraag is nu: voor hoeveel zou u dit werk kunnen doen? Het is een dik boek en gegeven de onzekerheid van een uitgever, en van succes, kan ik u er niet veel voor aanbieden. Het beste is dus dat Greshoff u een exemplaar stuurt584 en dat wij allereerst deze zakelijke conditie regelen. Worden wij het erover eens, dan zou ik de vertaling zoo spoedig mogelijk willen hebben, en zelfs bij kleine beetjes, naarmate u ermee klaar bent, dus bv. in pakjes van 50 à 60 blzn.

Zou u ook, vrijblijvend, een blzij of tien willen vertalen? Bijv. 5 blzn. uit hfdst. I en 5 uit een indisch hoofdstuk, bijv. Gedong Lami. Er zijn twee moeilijkheden voor den vertaler, in dit boek: 1o de indische gedeelten, die ik wschl. voor een fransch publiek nog heelemaal zal moeten herzien, 2o de stijl weer te geven, juist in de mate waarin die quasi-nonchalant en niet ‘literair’ is. Als u hier éénmaal de toon te pakken hebt, is dit laatste wschl. gemakkelijk, is de toon ernaast, dan wordt alles banaal. Aan de andere kant heeft mijn manier van schrijven zooveel ‘fransch’, dat een heeleboel zich wschl. zonder moeite in die taal juist laat omzetten.

[p. 189]

Kortom, deze aanwijzingen zijn misschien overbodig, maar daar ik u niet ken wilde ik u er toch iets van zeggen. Het zou mij veel genoegen doen indien wij tot een accoord konden komen. Ik schrijf Greshoff gelijk hiermee585 dat hij u het boek zendt. Graag hoor ik dan van u wat u er op zijn minst voor hebben moet, als het voor u niet een zuiver verlies moet worden van inspanning en tijd.

Geloof mij, met vriendelijke groeten, gaarne uw dw.

EduPerron

580Franz van Ermengem (1893-1985), broer van DP's vriend Franz Hellens (ps. van Frédéric van Ermengem, 1881-1972). Hij studeerde scheikunde in Gent, kunstgeschiedenis en archeologie in Brussel en volgde schilderlessen aan de Akademie te Gent. Onder de naam François Maret publiceerde hij in het Frans verhalen en essays (vanaf 1937) en kunsthistorische opstellen (vanaf 1944). Afschriften van zijn brieven aan DP bevinden zich in het Letterkundig Museum. Een ontmoeting met DP heeft niet plaatsgevonden.
581Van Ermengem schreef DP over de vertaling van Het land van herkomst in het Frans na bemiddeling door Greshoff. (Deze eerste brief aan DP ontbreekt in het LM). DP formuleerde zijn voorwaarden voor de vertaling op 6 november 1935 in 2715 aan Greshoff (Brieven VI, p. 17-18). In 2746 van 26 november (Brieven VI, p. 40) informeerde hij bij Greshoff of Van Ermengem akkoord was met het bedrag van f 250, -.
582Pascal Pia.
583Van Ermengem antwoordde DP op 9 december 1935: ‘D'autre part vous demandez la quadrature du cercle: une traduction qui soit en même temps très fidèle et très bon français.’
584Van Ermengem schreef in zijn brief van 9 december 1935 dat Greshoff dit vergeten was.
585Briefkaart 2759, Brieven VI, p. 58.
vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie