[p. 107]

De moeilijke Vreugde

 
De wereld om ons heen breekt open in kwetsuren,
 
aan alle hoeken wachten krijgers op een sein,
 
de schreeuw uit duizend kelen voedt onze eigen pijn:
 
wij zullen alijd morgen naar de sterren turen.
 
 
 
Bij elk blij uur zijn wij als vreemdeling te gast,
 
en keeren snel terug naar zwaarden en naar wonden;
 
de geest blijft aan wat dagelijksche zorg gebonden,
 
en 't lichaam wordt tot stof eer het zijn doem ontwast.
 
 
 
Wij moeten nog de woorden van de vreugde leeren,
 
de stem verheffen boven 't somber avontuur;
 
de liefde en God verrijzen zien uit ieder uur:
 
en wien hen tegenlacht kan 't leven niet bezeeren.
 
 
 
Leer weren uit uw hart den ondermaanschen angst,
 
die ons den dag verdonkert en den dood doet vreezen:
 
al wat deze aarde biedt zij jubelend geprezen,
 
en de eeuwigheid meteen, als onze rijkste vangst.

Herreman