[p. 619]
Een vizioen van tondale
(naar
Hieronymus Bosch)
Half holgevreten omsluit zij het gilde
Der feestgenooten, die in liefdeswaan
Enkel in 't wilde weg hun honger stilden
En nog belust op lange ladders staan.
Die kleine eters doen haar wat zij wilde,
Als zij bij 't leven zich te ver liet gaan
En in een moordverwachting opentrilde...
Maar vóor het leege lichaam toont 't gelaat
Een milden glimlach om geleden weeën:
Dom-Vlaamsche moeder over klei en zeeën, -
En opgevroolijkt door haar mannenvraat.
S. Vestdijk