[p. 39]
Fado's
Liefdewoorden
Slechts zij die de wereld verzaakten
Weten de woorden te vinden
Die 't licht niet kunnen verdragen
Maar blindelings 't innerlijk raken.
Wee hen! Zij staan in het leven
Als blinden in breede straten,
Maar beklagen nog hen die nooit minden,
Die zijn ziende maar zonder genade.
Maneschijn
Het maanlicht strijkt over de bergen
En dringt door ramen en deuren,
Het weet met vermaan aan de verten
De doode uren te kleuren.
Fado
Ben ik traag omdat ik droef ben,
Alles vergeefs vind en veil
Op aarde geen hoogere behoefte ken
Dan wat schaduw onder een zonnezeil?
Of ben ik droef omdat ik traag ben,
Nooit de wijde wereld inga,
Alleen Lisboa van bij de Taag ken,
En ook daar voor niemand besta,
Liever doelloos in donkere stegen
Van de armoedige Mouraria loop?
Daar kom ik velen als mijzelven tegen
Die leven zonder liefde, lust, hoop.
J. Slauerhoff