[p. 26]
Op een gekleurden Stuiter
Vaak heb ik aan uw kleur' gen roem
Als op toernooi mijn kracht verspeeld,
O ingesmolten vrouwenbeeld,
Dat een gesteeld loslipp'gen bloem
Zoo dichtbij langswierp en toch zoo
Verhard en onbereikbaar was.
Haar vlag trok spottend heen door 't glas,
Haar lach weerklonk bij ied'ren stoot.
Zoo werden sindsdien vrouw na vrouw
Mij even ongenaakbaar wreed
Als 't wazig beeld in 't glazen kleed
Van paars en geel en vlammend blauw.
S. Vestdijk