[p. 16]
De oude dichter
Ontmoedigd door herhaalde teleurstellingen
En oudgeworden onder vijandig régime,
Bleef hem 't ongebroken vermogen toch van te
zingen,
Alleen voor zich - en dan ook nog misschien,
In het schemerend uur, voor de gedroomde
geslachten
Die kwamen luisteren, opdoemend uit het
zwart
Hotelkamerbehang, als hij roerloos wachtte,
Bevolkend zijn stilte op het dreunen van zijn
hart.
Maar ten slotte begaf hem ook nog dit laatste
vermogen,
En zwijgend heeft hij van alles afstand
gedaan.
Toen is een groot duister gekomen van achter zijn
oogen,
Daarin is voor ons onzienlijk zijn leven
vergaan.
Victor E. van Vriesland
Juli '30.