32. J. Gans aan E. du Perron: Den Haag, 30 juli 1935

Den Haag, 30 Juli '35

 

Beste Du Perron,

Ter Braak was inderdaad alleen nog maar naar Eibergen. Ik introduceerde me na zijn terugkomst bij Schilt,134 die me op zijn beurt

[p. 65]

aanraadde het bij Nijgh te probeeren. Het resultaat was volkomen negatief en het antwoord luidde dat men al iemand heeft. Iemand met ‘sporen’ op dit gebied. Bij alle kranten, die ik tot dusver probeerde ving ik bot en dat is funest, niet voor de krantenschrijverij op zichzelf, maar omdat ik zonder bepaalde afspraken op papier, geen geld los kan krijgen. Deze week nog zal ik in Amsterdam probeeren er nog van te maken, wat er van te maken is, maar het schijnt, dat ik in bepaalde berekeningen nog altijd te optimistisch ben. Intusschen dank voor je moeite inzake Rimbaud. Het boekje van Carré: Les deux Rimbaud, had ik 5 jaar geleden in bezit, maar het is als al mijn bezittingen in een of ander hotel gebleven. Ik herinner me er een paar brieven uit aan zijn moeder om geographische werken en meetinstrumenten voor een expeditie; ook komen er gegevens in voor over den wapenhandel, die hij met Abessijnsche stammen van Harrar uit bedreef. Er is ook een Vie aventureuse de J.A. Rimbaud dat vrij slecht is, maar voor bepaalde feiten wel bruikbaar. Het boekje van de Mercure zou ik in Parijs kunnen inkijken.

In Parijs is overigens een Comité gesticht ‘tot verdediging van Abessinië’. Pierre Lot, Bartusse,135 enz. Het is weer het oude lied. Een beroep op den Volkenbond! Een dergelijk comité zou heel wat beter doen, geld bijeen te brengen, om italiaansche pamfletten te laten drukken, proclamaties aan de italiaansche soldaten, met een korte en duidelijke uiteenzetting waarom het gaat. Dat Mussolini hen niets anders dan dezen oorlog kan brengen, resultaat van 10 jaar fascistische practijk. Dat deze oorlog tienduizenden Italianen en Abessijnen het leven kost, maar voor de overlevenden geen uitweg biedt, maar alleen een meer verscherpte onderdrukking. Dat de eenige uitweg bestaat in een juist gebruik van de moderne oorlogstechniek, die de soldaten nu in handen krijgen, in dienst van de te stichten soldatenraden. In de onverdraaglijke toestand waar de Italianen daar zitten, gebrek aan drinkwater, vrouwen, enz. in een moedeloozen guerillastrijd tegen een ongrijpbaren tegenstander, moet een dergelijke propaganda resultaat hebben. Deze kant van de zaak interesseert me 100 x meer dan alle mooglijke krantencopie. Van den Komintern is in dit opzicht niets te verwachten. Integendeel, Litvinoff136 is druk doende de Volkenbond aan den kant van Italië over te hevelen, om de vriendschap van Frankrijk met Italië niet te verstoren. Het is wel fraai! Terwijl men in Moskou congresseert, tot niets verplichtende redevoeringen houdt over de wereldrevolutie, helpt men in de practijk de imperialisten!

Dat Malraux dit alles niet inziet betreur ik buitengewoon. In L.C.H. had hij toch een zeer juisten blik op het uitleveren van de wapens aan den tegenstander en de oorzaken en de gevolgen daarvan. Het gaat er niet om, dat dit of geen individu dupe of slachtoffer wordt van de mythologie, maar de

[p. 66]

revolutie wordt er door in de wielen gereden en Europa komt daar tientallen jaren door achterop.

Dat is het beroerde dat er op 't oogenblik niets is en dat er zooveel gedaan kan worden. Een paar volkomen geïsoleerde individuen en groepen hier en daar die tegen het nationalisme ingaan, maar de massa en vele intellectueelen zijn onder het ‘democratische’ hoedje van de bourgeoisie gevangen.

Op het congres in Moskou,137 noemde Pieck,138 een groot man der K.P.D. zelfs ‘de oorlog, der democratische landen, een rechtvaardige oorlog’. De Komintern Staat dus op het standpunt, dat in 1914 de 2de Internationale, in een toestand bracht, die volgens Rosa Luxembourg, ‘een stinkend lijk’ gelijk stond.

Ik zou graag jouw meening over dit alles weten! Een organisatie als ‘Vigilance’, toegegeven dat zij pacifistisch is, dient toch in ieder geval duidelijk te protesteeren tegen de ‘rechtvaardigheid van den oorlog der democratische landen’, die niets meer of minder inhoudt, dan het opzetten van de arbeiders uit het eene land tegen die van het andere en een beoordeling van het eene imperialisme boven het andere imperialisme.

Hoewel ik op 't oogenblik niet bij een of andere partij behoor, kan ik toch niet nalaten over deze dingen duidelijk te zijn. Intusschen met beste groeten, ook aan Bep.

 

Gans

 

Er is een boek van Souvarine: Stalin, verschenen; het is nogal duur helaas. Zou de man, die jij als een vriend van Souvarine kent me geen besprekingsexemplaar kunnen bezorgen?

134C.M. Schilt (1878-1950), hoofdredacteur van Het Vaderland.
135Bekende progressieve intellectuelen uit die tijd.
136Maksim Litvinoff (1876-1951), minister van Buitenlandse Zaken van de USSR.
137van de Komintern.
138Wilhelm Pieck (1876-1960) leider van de Duitse communistische partij, de KPD. Van 1949 tot zijn dood was hij president van de DDR.
vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie