[p. 120]

Billets pour Elle

1

 
Eens zal je weten hoeveel 'k van je hoû
 
en mij de rustloosheid van nu vergeven,
 
het pijnigend wantrouwen dat een vrouw
 
als jij van mij houdt - en terug gedreven
 
naar wat immers verandren moest, al zou
 
je ook dan nog zijn het brandpunt van mijn leven,
 
zoeken, vergeefs, naar wat, achtergebleven,
 
is weggestroomd, intens: naar jou, naar jou.
 
 
 
Voor één jaar, ongestoord, van dit gevoel,
 
en onverzwakt, kan men de rest versmaden
 
en sterven als Rolla, verscheurd en koel...
 
Maar deze tale wordt slechts werklijkheid
 
in dromen, en romantische misdaden,
 
meer nog dan liefde, vallen uit de tijd.

Dec. '31

[p. 121]

2

 
Niets geldt zozeer voor jou en mij
 
als deze hoop, dat wij alleen
 
verbonden zouden zijn en vrij -
 
boven de wet voor iedereen.
 
 
 
En toch brengt elk bezit zijn straf
 
voor wie zichzelf bezitter weet,
 
en elk bedrog, zij 't achteraf,
 
bevindt ons helderziend en wreed.
 
 
 
Slechts deze hoop wekt argwaan niet,
 
brutaler naar zij dwazer wordt;
 
zij is als 't leven, dat zich ziet
 
vergaan, maar is - en even kort.

Spa, Juli '32