H. Mayer
aan
E. du Perron

[Den Haag], 1 november 1934

1 November 4

Beste Eddy,

Deze brief zal je op je verjaardag bereiken, ik wensch je nog vele gelukkige wederkeeringen.

Of De Smalle Mens gaat? Wat gaat er nu op het oogenblik wel, het boek is nog te kort uit om er iets van te kunnen zeggen. Ik heb er o.a. een verkocht aan Luit. Van Reyen, die zei dat hij een vriend van je was. Ik kan mij dat niet goed voorstellen omdat hij De Waterman als dameslectuur qualificeerde. Nu mag je van dat boek zeggen wat je wilt, maar dameslectuur is het toch in de laatste plaats. Voor zijn fatsoen was hij nu wel verplicht toen hij bekende dat hij een vriend van je was om De smalle mens te koopen. Ik hoop dat dat hem zal bekeeren, maar voor de rest kan het best een heel aardige vent zijn.

Freud over het ik, heb ik nog ingenaaid kunnen krijgen, Spinoza echter nog alleen gebonden, zooals je hebt bemerkt.

a.s. Zaterdag ga ik naar de boekenbeurs, hoofdzakelijk om de vriendjes weer eens te zien en wat nieuws te hooren.

Hier heeft Sophie Blank van Jeanne Willink een goede pers, ik had het al gelezen en ben het volkomen met ze eens. Jef Last, Zuiderzee is volgens de kenners niet beter dan een ander boek, maar er is een roman gekomen naar de Drei Groschen Oper van Brecht, door Brecht, in Amsterdam verschenen, voor Gld.3.60.

Je Malraux is nog altijd niet uit. Na Zondag hoop ik meer nieuws te hebben.

Ik wensch je een prettige dag, tot ziens, steeds je

Doorslag: Literatuurmuseum, Den Haag

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie