Algemeen Rijksarchief Den Haag, M.A.P. Roelofsz,
aan
E. du Perron
Den Haag, 9 mei 1940
'S-GRAVENHAGE, 9 Mei 1940
Geachte Heer DuPerron,
Bijgaand de foto van Mevr. v. Hog. De fotograaf had ze eerst op glimmend papier afgedrukt, maar op dof papier viel de foto aanmerkelijk beter uit en verschilt nu heel weinig van die in het Gedenkboek. Ik zend ze U daarom beiden. Maar dof of glimmend, vervelend is en blijft Mevr. v. Hog. - net als haar brieven.
Het speet mij, dat er juist bezoek bij mij was, toen U wegging, ik had nl een brief van Wies Perelaer gekregen met kiekjes, die ik U nog had willen laten zien. Wies maakt het uitstekend. Ze voelt zich schuldig, dat ze U en uw vrouw nog steeds niet geschreven heeft, maar U staat op haar programma. Dat lesgeven en prepareeren neemt zoveel tijd en inspanning in beslag, dat ze maar heel moeilijk tot brieven schrijven komt.
Voelt U zich intusschen al weer wat beter? ’t Was verstandig, dat U ons archief Dinsdag gans den rug toegekeerd hebt, ’t is de twee laatste dagen werkelijk niet te harden geweest van de kou - Een rijkskachel, die eenmaal uit is, blijft helaas uit - De laatste dagen vorder ik nogal goed aan Gijsbert Karel’s liefdes perikelen. Voor een dispuut bestaande uit louter ‘historische’ vrouwen, waarvan ik lid ben en een lezing moet houden, heb ik nu maar bovenstaand onderwerp gekozen, ’t is meteen een goede proefneming om te zien of ik er iets van maken kan. Ik werk er in ieder geval met buitengewoon plezier aan, met meer plezier dan aan de peper c.a.
Bent U het er over eens, waar U Mevr. v. Hog’s brieven wilt raad plegen, Bergen of Alkmaar?
Met vriendelijke groeten ook aan uw vrouw
moeder
Ma[P]. Roelofsz
Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum