8
Wat een goede stijl, in die tijd, en altans voor Willem van Hogendorp en in Indië nog, betekende, zou deze kadet onverbloemd vernemen uit een brief die zijn vader hem twee jaar na hun scheiding uit Rembang schreef, in Oktober 1775. De vader is dan ontevreden omdat Gijsbert Karel aan zijn moeder schrijft op een toon ‘d'égal à égal’; wat meer respekt wordt hem aanbevolen en bovendien moet hij meer zorg aan zijn epistels besteden:
... votre stile est pitoyable, votre ortographe est plus pitoyable encore; la peinture en est très mauvaise: savez-vous bien, mon ami, que dans notre République et même dans aucun païs du monde, on ne peut devenir habile en rien, quand on ne sait point écrire; que vous deveniez Politique ou Militaire, n'importe, il faut que vous vous formiez un Stile; et c'est à votre âge, qu'il faut commencer à vous en faire un.
Lisez l'histoire Romaine, et vous verrez ce qu'on doit à son Païs; prenez l'enthousiasme de ses hommes illustres, qui se sont signalés au service de leur Patrie, et quand vous l'aurez lue, lisez celle de votre Païs, et vous y verrez, ce qu'un bon citoyen doit à la maison illustre de ce Prince, qui nous a sauvés dans nos malheurs. Pénétrés d'Amour pour la patrie et pour cette maison, vous pourriez devenir un jour quelque chose, car sachez, que jamais on ne devient rien sans enthousiasme, et avec un coeur de glace.
Nog twee jaar later weet deze vader, even goed als de moeder, dat zijn zoon Gijsbert Karel een groot man zal zijn; en hij zegt het hem onomwonden en keer op keer: een groot man zal hij zijn, ‘philosophe et guerrier’. Op 10 Oktober 1779 is hij zó tevreden over hem dat hij er zelf bij zegt dat het is of hij zijn zoon vleit, maar deze zoon is zo verstandig dat dit wel geen kwaad kan. En zijn brieven doen zijn vader tegenwoordig veel plezier:
.... Vous écrivez assez bien avec le tems, mais ne laissez pas aller votre imagination trop au Romanesque, cela vous donnerait un stile boursoufflé qui n'est point le stile épistolaire.
Het is het verkiezen van Voltaire boven Rousseau. Maar men kan er ook uit leren dat romanesk zijn dus iets anders is dan geestdriftig, dat dit niets te maken heeft met het enthousiasme dat Gijsbert Karel uit de Romeinen moest putten.
De vader wil verder graag Gijsbert Karel's mening horen over verschillende geschriftjes die hij hem uit Indië gestuurd heeft, en vooral of Sophronisba hem heeft ontroerd. En dit bij herhaling. Ook de vrouw van de auteur, Caroline, moet zeggen wat zij ervan vindt en haar oordeel schijnt hem niet gespaard te hebben, want 4 Mei 1781 schrijft hij haar:
De toutes les Personnes, qui m'ont écrit sur Sophronisbe, vous êtes la seule, qui semblez en être mécontente, j'ai eu des louanges de nos meilleurs Littérateurs, et non dans le goût de vos censures (zo wat er van, om er maar schielyk aftewezen) mais un examen de chaque Chapitre en particulier, j'avois fait deux pièces pour le troisième tome du Bataviaasch Genootschap, mais je les ai retirées, par ce qu'il semble que l'ON hait le sçavoir, et que vous êtes assez l.... pour vous conformer à ce malheureux goût, si funeste pour la Patrie.
Men ziet dat de auteur van Sophronisba, hoewel nu onder tegenwerking door de G.-G. Alting op Onrust zijn fortuin herstellend, zich volmaakt ernstig nam en zich in ieder opzicht gedroeg als een beledigd man van letteren. Ruim een jaar geleden, 14 Januari 1780, had hij haar vermoedelik zijn Kraspoekol gezonden, met een brief erbij vol geestdrift over de werkzaamheid van het Bataviaas Genootschap:
Myn lieve Caroline,
Hier nevens bekomt gij weêr een werkje, dat ik ook op verzoek van myne goede vrienden heb laten drukken, om te zien of men in Batavia zachtere zeden onder zommige menschen zoude kunnen in-
voeren. Daar is reeds van my afgedrukt voor het tweede Deel van ons Genootschap het vervolg van de beschrijving van Timor, en dan eene beschrijving der omliggende Eilanden, die zeer merkwaardig is, om dat daarvan mijns wetens nog nooit iets beschreven is. Ik ben al 't sedert eenigen tijd bezig geweest, om door de Historiën aantetoonen eenige misslagen van Voltaire omtrent het Joodsche Volk die de Abt Guenée in zyne Joodsche brieven heeft over het hoofd gezien, of al te flauw behandeld. Men verzocht my op nieuws over de inenting, die op Batavia, door één enkel sterfgeval op 150 ingeëntenen, gevallen is, iets uittegeven bij gelegenheid van het gelukkig succes van dezelve op Samarang, daar er reeds 21 zijn ingeënt, maar door de natuurlyke ziekte met myn weten reeds ses aanzienlyke luydens kinderen weggerukt. Dit is wat moeilyk voor my, om dat ik sustineer, dat het kind van Huizinga kwalyk is behandeld, en niet door de inenting, maar door de kwaade behandeling gestorven, en dan moet ik den Doctor Van der Steege, die het heeft ingeënt, een snee door het aangezigt geven, dat ik liever niet wilde doen. Ik zal van tyd tot tyd zedekundige stukjes, vooral over eenige takken der opvoeding uitgeven, en ik ben er toe aangezet. Men weet niet, van wat nut het Bataviaasch Genootschap eens zal zyn voor deze Colonie. Men lagt er misschien om in 't vaderland, maar men mogt Radermacher cum suis wel een standbeeld in de vergadering van tienen oprichten.
‘Cum suis’ - en hij, Willem van Hogendorp, was Radermacher's trouwste medewerker; het was bijna een standbeeld vragen voor zichzelf. Wat Kraspoekol betreft, hij had doen geloven dat zijn botsingen met de groten van de Compagnie uit deze verdediging van de slaven moest worden verklaard. Zijn vrouw Caroline, zijn karakter kennende, geloofde het niet; maar zijn zoon Gijsbert Karel, toen 18 jaar oud, schreef haar uit Duitsland de volgende romantiese regelen over dit onderwerp (brief van 1 Oktober 1780):
Si mon Père est mal avec les grands du païs - tant mieux pour lui. Je vous assure, ma chère mère, que j'en ai conçu aujourd'hui un plaizir réel. Et le cri de tout le monde, et à présent mon Père par écrit, sont contre la façon infâme de traiter les esclaves, et par conséquent tant mieux s'il est brouillé avec les Grands! ... Si j'ose le lui dire, je lui dirai: qu'il n'a qu'à revenir moins riche, et que je l'en aimerai mieux pour avoir été le protecteur de ceux que lui et moi et ces tyrans eux-mêmes, auraient pu devenir. Consolez-vous donc, ma chère Mère; un rosier porte-t-il du poison, et si ce poison était de grande valeur, vaudrait-il la peine de le souhaiter? Ou bien il faut renoncer à la richesse, et prendre la rose et ses parfums et ses couleurs - prenez son bon coeur, sa chaleur pour la défense du bien, sa
droiture, sa fermeté, sa résolution à tout sacrifier pour la bonne cause, sa vivacité contre les opprimeurs de l'humanité - ses parfums et ses couleurs. Qu'il revienne sans avoir atteint son but! il en a poursuivi un plus grand, et s'il a contribué au meilleur traitement de tant de millions de malheureux, vous et nous six, pourront bien nous passer de superflu.
Als Caroline hem een afschrift van dit proza gestuurd heeft, zal het voor Willem van Hogendorp balsem in de ziel zijn geweest.