E. du Perron
aan
Het vaderland

Parijs, 11 juli 19357483

Naar aanleiding van een verstoord stuk van den heer A.M. de Jong in Het Volk van 10 juli (Avondblad),7484 waarin deze zich allerlei vermoedens permitteert over de voor dit Congres uitgenoodigde personen, heb ik het volgende mee te deelen:

Uitnoodigingen7485 voor het Congres heb ik persoonlijk verzonden aan: Arthur van Schendel, Henriette Roland Holst, Frans Coenen, prof. Huizinga, Menno ter Braak, J. Greshoff, H. Marsman, Albert Helman en Maurits Dekker voor Holland; en aan: Stijn Streuvels, prof. August Vermeijlen, Gerard Walschap en Lode Zielens voor Vlaanderen. Jef Last en ik zelf waren eerder uitgenoodigd door de organisatoren van het Congres; Nico Rost maakte deel uit van de Hollandsche ‘delegatie’ door met Jef Last mee te komen. Het bestaan van den heer A.M. de Jong was mij inderdaad bekend - zooals door hem zelf wordt aangenomen - maar ik heb niet aan hem gedacht, wellicht uit een oude gewoonte niet aan hem te denken.

Henriette Roland Holst deelde ons later mede, dat zij de haar gestuurde uitnoodiging niet had ontvangen, daar zij, ongesteld en van adres veranderd zijnde, niet al haar post kreeg doorgezonden. Om verschillende redenen, niet het minst in dit geval haar bekendheid in het buitenland, was haar afwezigheid een oneindig grooter verlies voor Congres en Nederlandsche ‘delegatie’, dan het verlies, dat de heer De Jong boven alles schijnt te betreuren.

E. du Perron.

Parijs, 11 Juli.

7483‘Het schrijverscongres te Parijs. (ingezonden).’ In Het vaderland van 13 juli 1935 (av.). DP zond deze ingezonden brief aan Ter Braak bij 2601 (827), Bw TB-DP 3, p. 260 (niet in Vw).
7484DP had op verzoek van Malraux de samenstelling van de Nederlandse delegatie naar het Internationale congres van schrijvers voor de verdediging van de cultuur (Parijs, 21-25 juni 1935) op zich genomen. Jef Last had ineen vraaggesprek met Het volk van 27 juni 1935 (av.), Utrechtse editie, geklaagd, dat DP op zijn uitnodigingen geen belangstelling of zelfs geen antwoord had gekregen, zodat liberale, rechtse, sociaal-democratische en andere schrijvers uit Nederland ontbroken hadden. A.M. de Jong reageerde hierop met ‘Voor het karretje van Moscou’ in de Utrechtse editie van Het volk op 3 juli 1935 (av.); DP kreeg zijn tekst in de Amsterdamse editie van later datum onder ogen. De Jong wilde graag weten, wie er voor het congres waren uitgenodigd: ‘Ook de sociaal-democratische schrijvers worden in gebreke gesteld, maar ik persoonlijk b.v. ontving geen uitnodiging, noch van Jef Last noch van Duperron. En al weet ik mij bij die heren weinig bemind en dienovereenkomstig diep veracht, geheel onbekend met mijn bestaan kunnen zij niet zijn.’ DP ging niet op De Jong's verwijt in dat de burgerlijke schrijvers zich voor het karretje van Moskou hadden laten spannen. Zie verder Ronald Spoor, ‘Vijf vraaggesprekken met Du Perron’ in Het oog in 't zeil 3 (1985-1986) 5 (juni 1986), p. 1-22, in het bijzonder p. 9-10.
7485Niet teruggevonden.
vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie