E. du Perron
aan
L.P.J. Braat

Den Haag, 28 januari 1940

Den Haag, 28 Jan. '40.

Geachte Heer Braat,

Dank voor de nrs. van K.K.K die ik behoorlijk kreeg. Hierboven een rondeel6683 dat ik u zend, in ruil voor het vervallen sonnet voor het schilderij van Willink, maar wilt u dit dan publiceeren onder die teekening van ‘Juana’ die ik u gaf en die niet gereproduceerd werd? Misschien is het zelfs aardig bovenstaand vers eronder te reproduceeren in hs.; is dat te duur, dan maar gedrukt. En wat denkt u, om als titel erboven te zetten: Bij nog een auteurstekening?

De verdere teekeningen, die u nu reeds benut hebt, zou ik graag binnenkort terugontvangen. De 5 of 6 teekeningen van Jef Last kunt u naar zijn persoonlijk adres zenden: Keizersgracht 326.

Tot nader en met vriend. gr.

EduP.

Dit rondeel is speciaal voor die teekening geschreven en niet andersom. De titel liegt dus niet.

6683Gedeelte van briefpapier ontbreekt, waarop de tekst van het rondeel, ‘La véritable Manola’; niet gepubliceerd in Kroniek van kunst en kultuur, later opgenomen in Parlando. Verzamelde gedichten, Rijswijk 1941, p. 133 (Vw 1, p. 127).
vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie