E. du Perron
aan
C. de Hart
Den Haag, 13 december 1939
Den Haag, 13 Dec. '39.
Geachte Heer De Hart,
Dank voor uw expresse-brief. Ik ben Vrijdagavond, vanaf 8 uur juist, bezet. Eerder zou ik kunnen vóór 8 uur. Van den heer Ett heb ik geen antwoord nog over die ontmoeting, en hij zal ook wel weer erg geschrokken zijn nu u die bescheiden terugvroeg! Ook kan ik hem nu toch moeilijk deze door hem ontdekte bescheiden ‘ontrooven’; hoewel hij het mij, door deze dokumenten (sinds Maart nogwel) ‘onder hem’ te houden, in zekeren zin onmogelijk maakte ze ook te ontdekken! Trouwens, ik begrijp eerlijk gezegd, niet waarom hem toegestaan werd dit alles thuis te bewerken, terwijl ik alles, bestudeering en overschrijving, toch in het museum zelf doen moest.
Het beste is nu dat ik met hem praat; anders wordt het een ein-delooze correspondentie voor ik precies weet wat hij doen wil. Voor een publicatie met iemand anders samen voel ik bizonder weinig; tenminste waar die ander mij zoo onbekend is als de heer Ett. Maar misschien dat een onderhoud klaarheid brengt.
Zal ik probeeren tegen 7 uur even bij u te komen? Zou u een boodschap voor mij achter willen laten bij de fam. Simons, tel. 97976? Ik bel daar dan ook op, want ik zal wel geen tijd hebben erheen te gaan.
Met vriendelijke groeten en misschien tot ziens - uw
EduP