E. du Perron
aan
P.H. Dubois

Bergen, 9 november 1939

Bergen, 9 Nov '39

Waarde Heer Dubois,

Uw verzen gelezen6359 en de 2 art.6360 ook. Van de 2 gedichten vind ik het 2e qua ‘inhoud’ goed, maar ik zou daarom de ‘vorm’ wat vaster en treffender willen. Is het ding niet te verbeteren door wat enjambementen (vooral tusschen de verschillende strofen) te veranderen en het geheel iets korter te maken? Het slot is heel goed. - Het art. over Marsman goed, maar m.i. te ‘streng’ in uw afwijzing van de latere verzen; waarin ik overigens - maar dat is hier bijkomstig - heel wat méér te waardeeren vind dan u. Het art. over de zg. Amst. School is m.i. te kort en alleen goed over Hoornik, de rest komt er wat kaal van af, ook wat uw kritische inspanning betreft. - Ik zend u de 3 tijdschriftafl. terug en doe er een nr. van Werk bij dat ik hier terugvond en waarmee u misschien iemand een plezier kunt doen. Ik heb het land aan losse tijdschriftafleveringen.

Tot zoover en tot ziens. Uw

EduPerron

6359‘Schijn en wezen’ en ‘Herinnering’ in Helikon, tijdschrift voor poëzie 9 (1939) afl. 3, p. 63-66.
6360‘Over Marsman’ (Verzameld werk) en ‘De Amsterdamsche School’ (voornamelijk over Drie op één perron van Gerard den Brabander, Jac. van Hattum en Ed. Hoornik) in Boekenschouw, geïllustreerd letterkundig tijdschrift 32 (1938-1939) resp. afl. 4 (15 augustus 1938), p. 157-163 en afl. 12 (15 april 1939), p. 534-536.
vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie