E. du Perron
aan
J. Greshoff
Bandoeng, 16 maart 1939
Bdg., 16 Maart '39.
Beste Jan,
Nieuwenhuys laat vragen of je hem (R.N. Soenarioweg 11a, Semarang) de Daum-bloemlezing terug wilt sturen vóór je nr Z. Afr. afreist. Maak dààr maar geen uitgever warm voor; laat die uitgever liever de complete romans beginnen af te drukken, naarmate ze vrij komen. De data daarvan staan in een van de stukken v.N. - Wat doe je met de foto's? Plaats je die wèl? Anders ook graag terug. - Wat doe je met de biografie en bibliografie? - De woordenlijst vervalt natuurlijk, maar N. laat je waarschuwen dat er in zijn stuk ook een paar maleische woorden staan, die in de lijst verklaard werden. Misschien is het niet erg dat die dan maar ònverklaard blijven; anders moet iemand diè woorden in de lijst nog even opzoeken en bv. als voetnoot bij 't art. v.N. zetten. - Verder zegt N. dat er in het stuk verwijzingen en toespelingen zijn naar de bloemlezing; die moeten dan geschrapt worden.
Ik zie jou, eerlijk gezegd, niet in staat, met je vergeetachtigheid, slecht lezen, èn dan nog de verhuisdrukte, om dit werkje op te knappen. Weet je wat je doet? Zend deze briefk. door naar Hein 's Gravesande en vraag hèm, ook uit mijn naam, zich over deze Daum-affaire te ontfermen.
Schrijf me ook wie die andere art. schrijver over Daum is. Waarom eig. 2 artikelen, die altijd minder zeggen dan 1? Waarom niet alleen het stuk v.N., op een goede plaats? Maar dat moet jij weten.
Ik houd deze kaart nu maar speciaal over dit onderwerp, schrijf spoedig meer en beter. Menno schijnt te gelooven dat ik van de aardbodem ben weggevaagd. Schrijf jij mij nog eens? Heel veel goeds gewenscht met Aty door ons beiden voor jullie voorbereidselen tot afvaart. Heel veel hartelijke groeten ook onder ons allen.
Steeds je
E.