E. du Perron
aan
F.E.A. Batten

Bandoeng, 20 januari 1939

Bandoeng, 20 Januari '39.

Beste Freddy,

Dit wordt weer een zakelijke brief! Tenzij de oorlog er tusschen komt, wilde ik je nl. vragen mij nu wat te helpen met het 2e deel (1780-1860): Van Kraspoekol tot Saïdjah. Deel 1 is af, en zelfs ongeveer afgedrukt.5811 Nix is vol moed, hoewel Zentgraaff al zijn invloed in pers en boekhandel hier aanwendt - Vorkink in Bdg. bv. heeft verbod om 1 ex. in te slaan, maar doet het lekker tòch, hoewel in 't geniep! - om mijn boeken op zijn manier te ‘drukken’. Hij is trouwens bezig overal informaties omtrent mij in te winnen: bij Nix, bij 't Landsarchief etc., en wil vooral weten ‘of ik geld heb of niet’. Maar ter zake, zooals onze vaderen riepen.

Ik was laatst in Batavia en keek het terrein af: Biang-Lala, Warnasarie, Tijdschr. v. N.I. enz.5812 Het is nogal een aardige collectie, ondanks de ongelooflijke hoop rotzooi. Maar nu ontbreken weer eenige dingen, die hier niet en wsch. in de holl. bibl. wèl te vinden zijn. Chronologisch aldus:

1. Vóór alles: Bruno Daalberg; Sinjo Monjet. Daar moèt ik uitsluitsel over hebben. Het is niet noodig die 4 dln. te lezen: een intelligent mensch kan ze in 4 avonden doorkijken en den sinjo Monjet in zijn beste verschijningen eruit halen. Kan jij of kan Rudie dat niet?
2. In Vaderlandsche Letteroefeningen 1818. 2. 523. (volgens Repertorium Hooykaas)5813 komt voor een ‘romance’: Jan Pietersz. Coen door S. Rondeau Jr. Kan je die lezen, en als het niet te lang is, voor mij (laten) overtikken? - Dit is wel van eenig belang, zelfs als het prullig is, door het jaartal. Vmdl. imitatie van Helmers. In dat geval alleen als het kort is. Of een fragment.
3. In De Recensent, ook der Recensenten 1832 (Jrg.? XXV). Meng. 442. komt een gedicht (?) voor van P.P. Roorda van Eysinga: De Cholera Morbus te Batavia, van 1821. Dit lijkt me wel grappig, als het tenminste een gedicht is.
4. In dezelfde R.o.d. R. XXVI. 1833. Meng. 420 komt van denzelfden P.P.R. v.E. voor: Bevel van Satrijo (naar 't javaansch). Gedicht? Zie wat het is. Lijkt ook wel aardig.
5. In dezelfde R.o.d. R. XIII 1820. een fragment uit de 4e zang van Nederlands Roem in Oost Indiën, gedicht van altijd weer denzelfden P.P.R.v.E. [dit is de vader van Multatuli's vriend Sicco, van den Vloekzang,5814 en een verschrikkelijke o.h.]. Kijk dit even in, maar dit zal wel niets zijn. Schrijf anders een ‘staaltje’ over: een regel of 20 bv.
6. In Wespen (een tijdschrift) II (?) 1848.-69. [wat deze cijfers precies beteekenen moet je ter plaatse maar nagaan, de blzn. misschien?] komt voor: De Baudiade, vrij gevolgd naar Helmers' Holl. Natie. Dit zal wel kul zijn; maar wil je 't even doorzien en me er een idee van geven?
Dat is alles. Op Sinjo Monjet na, is de zaak, dunkt me, als je met Rudie samen gaat, in één middag doorgekeken. Iets van P.P. Roorda v. Eysinga zou ik wel willen hebben. O ja, wacht:
7. Er staan ‘vele verzen’ van dezen man in Astrea5815 V. Kies daar wat uit: het minst rhetorische of meest indische of zoo. Maar die Cholera-historie interesseert me ook erg, dus die maar eerst.
Tot zoover, voor vandaag. De Muze gaat naar je toe zoodra ze ‘uit’ is. Veel dank!

Hartelijk je

E.

P.S. - Ik stuurde je weer wat Bat. Nwsbladen.

5811Alleen de platen hors-texte zijn nog niet klaar.
5812Biang-lala (1852-1855), het literaire jaarboekje Warnasarie (1848-1858) en Tijdschrift voor Nederlandsch-Indië (1838-1902), alle drie Nederlands-Indische periodieken. (Zie het hoofdstuk ‘L.J.A. Tollens’ in ‘Van Kraspoekol tot Saïdjah’, Vw 7, p. 290-295).
5813J.C. Hooykaas, Repertorium op de koloniale literatuur (...) van 1595 tot 1865 uitgegeven in Nederland en zijne overzeesche bezittingen; ter perse bezorgd door W.N. du Rieu. 3 delen. Amsterdam 1874-1880.
5814Philippus Pieter Roorda van Eysinga (1796-1856) was een halfbroer van S.E.W. Roorda van Eysinga (1825-1887). Deze laatste schreef onder het pseudoniem Sentot ‘De laatste dag der Hollanders op Java’, bekend onder de naam ‘Vloekzang’, zie Multatuli, Volledige werken I, p. 310-314.
5815Astrea, maandschrift voor schone kunst, wetenschap en letteren. Utrecht (1851-1858).
vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie