E. du Perron
aan
F.E.A. Batten
Batavia, 7 juni 1938
Batavia, 7 Juni 1938.
Beste Freddy,
Gelijk hiermee, maar met gewone post, zend ik je al de ontbrekende artikelen v/h B.N., op 2 onbeduidende na, waarvan ik zelf de data niet meer weet. Neen, geregeld heb ik niet mee gewerkt; maar zoo is het ook al mooi!
Een portret van Stein Callenfels zal ik voor je probeeren te krijgen. Misschien verschijnt eerlang in het Tijdschrift v/h Bat. Genootschap een necrologisch artikel met portret5410; dat krijg je dan dadelijk.
Het jeugdportret van Multatuli dat jij bedoelt, ken ik heel goed. Het is geheel door Mimi afgekeurd, die hem er zelf niet op herkende.5411 Dus... - Wat mij het meest bevalt van deze ‘jeugdportretten’ met baardje, is de verbleekte foto naar Overman. Die is blond en niet oud, zal wel het dichtst bij de waarheid zijn geweest. Ook de groote foto die Sjeu kreeg zou goed te krijgen zijn, als men het gezicht wat ontkreuken kon en het haard en den baard wat blond krijgen. Maar basta! Zoolang we niet weten hoe deze reproductie zich verhoudt tot het (gebroken?) origineel, is alle gepraat erover ‘gratis’.
Natuurlijk zit mijn boek vol herhalingen. Dat wilde ik expres; niet zoozeer om nu door Lubbes te worden verstaan, als wel om nu alle mogelijkheid op werkelijk misverstand uit te sluiten. Bovendien, bevat het niet alleen herhalingen. De nieuwe dokumenten op zichzelf - apart gezet in een 2e afdeeling - zouden de uitgave al wet-tigen. Het boek is tenslotte een ‘tusschenvorm’, nl. tusschen een bijgewerkte herdruk van De Man v. Lebak en een vervolg daarop; dwz. dus: in afwachting van de biografie in 2 dln.
Dat grapje over Juliana die dank zij Bernard van een bloemkool een tulp werd is best. Hoewel ‘parijsch’.
Ik wacht met spanning op Mefistofelisch.5412
Bep wil E poi muori nog even herlezen. Een overdruk ervan heb ik niet (ik laat nooit overdrukken maken), maar aangezien ik nog een oude drukproef heb, zend ik je spoedig mijn ex. uit G.N.5413 zelf. Misschien doe ik het zelfs in één pak met de kranten. De bedoeling is inderdaad dit verhaal voort te zetten met Clémentine. Maar dat is dan voor de reeks van De Onzekeren, dus wie weet wanneer dat klaarkomt. Houd dit maar vooreerst als ‘vervanger’. Misschien werk ik het ook nog om, dan is dit aardig als ‘variant’. Het ding is overigens omgewerkt, wel 2 × sinds 1929. De 2e maal bekortte ik het tot op de helft van wat het geweest was (50 blzn. ms. inpl. van 100). Dat was in 1936 of '35.
Voor Sangkoeriang nu geen tijd; later eens. Misschien komt dat ook in mijn ‘boek over Indië’. Een gekuischte lezing vind je in de ‘Javaansche Mythen en Legenden’, niet van Jan de Vries maar van Mevr. Meyboom-Italiaander (zelfde uitgave).5414
Ronsard èn Yeats kende ik. Maar dat versje van mij is toch te groote snert, daarbij vergeleken. En wat heb ik eig. in Kennie's album gerijmd? Iets over krokodillen, staat me nog voor. Was dat niet erg flauw?5415
Aux Couleurs de Rome kreeg ik hier.5416 La Nausée niet. Jam-mer. - Dat proefschrift over Stendhal naast dat over de hormonen bij knaagdieren zou me inderdaad verlokken.
Ik heb mijn ontslag genomen bij 't Archief; dat schreef ik je al. Misschien gaan we tòch in Buitenzorg wonen. Maar daar wonen en om half 8 's morgens al op 't Archief zijn lap ik hem niet. Hierover nader, als er vastigheid is. Tot 15 Juli zitten we nog in dit huis.
Schrijf nog even - als je 't nog niet deedt - of je een nr. van Koloniale Studiën met dat stuk v. Brugmans erin moet hebben, dan wel het op de Bibliotheek kunt nazien.
Later meer en beter. Hoofdpijnen en van 7 tot half 2 haast zonder onderbreking hooren examineeren bevordert de schrijflust niet. Dit dus alleen voor't administratieve.
Een hand van je
E.
Wil je de verdere kranten aan Ter Braak vragen, want het is ruïneus, dit ‘nabestellen’!