E. du Perron
aan
G.M.G. Douwes Dekker

Tjitjoeroeg, 6 juli 1937

Tjitjoeroeg, 6 Juli 1937

Waarde Heer Douwes Dekker,

Dank voor uw briefkaart. Als wij weer in Bandoeng komen zullen wij zeker niet nalaten u op te zoeken. Nu kom ik u vragen mij het deel Corresp. van Mult. met Roorda van Eysinga4726 te zenden, dat u zeker bezit. Mag ik al deze deelen Corresp. houden tot ik de drukproeven van Q. heb nagekeken? er is telkens weer iets in, dat ik merk te moeten verifiëeren (of citeeren). Bij voorbaat dank.

Ik zal u de corresp. die Ter Braak in het Aug.-nr. zal publiceeren onmiddellijk zenden.

Met vriendelijke groeten,

steeds gaarne uw EduP.

Gelijk hiermee zend ik u het eindelijk complete stuk van Saks. Ik moet u echter een verzoek doen. Wilt u dit stuk aandachtig lezen - met mijn krabbels - en erbij zetten wat u erbij denkt. Vooral waar ik kruisjes heb gezet, zou ik graag uw oordeel kennen. Krabbelt u gewoon in telegramstijl!

4726Briefwisseling tusschen Multatuli en S.E.W. Roorda van Eysinga. Uitgeg. door M. Douwes Dekker geb. Hamminck-Schepel. Amsterdam 1907.
vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie