E. du Perron
aan
G.M.G. Douwes Dekker
Tjitjoeroeg, 13 april 1937
Tjitjoeroeg, 13 April '37
Geachte Heer Douwes Dekker,
Gelijk hiermee zend ik u de 3 din, brieven v.M. (6, 7, 8) die ik uit heb. Mag ik 9 en 10 nog een tijdje houden? Ik zit er nu zoo in, en ben zoo geboeid, dat ik graag alles wil lezen.
Mijn ms. is de deur uit. Het werd hoog tijd; ik had Q. al 10 dagen geleden geschreven dat ik het zou zenden. De rest moet nu maar op de proeven, voor zoover noodig. -
Het plan bestaat dat mijn vrouw en ik tegen 1 Mei op reis gaan, o.a. naar Bali, en dat we eind Mei eerst terugkomen. D.w.z. 27 of 28 Mei moet mijn vrouw terugzijn voor een vergadering op Bandoeng (eindexamen-commissie). Ik weet niet of ik dan ook naar Bdg. kom -misschien al eerder, misschien dan, misschien ook niet-maar na 28 Mei ben ik zeker weer hier. Als u dan zou komen, bent u hartelijk welkom.
Het beste met uw arbeid. Als ik nog antwoord van u krijg over dat dokument, zal ik natuurlijk direct antwoorden. Met heel veel vriendelijke groeten, ook van mijn vrouw en aan de uwe, graag uw dw.
EdP