E. du Perron
aan
J. Greshoff

Tjitjoeroeg, 6 maart 1937

Tjitjoeroeg, 7 Maart.

Beste Jan, Daar kwam dan Gr. Ned., met mij erin4514 als ‘Geboren Kantha’! Het stuk is aardig, maar je had het, geloof ik, maar niet moeten doen. Ik ben toch ook zooiets als ‘vast aan 't huis verbonden’, en van Ducroo heeft nooit een bespr. in G.N. gestaan, noch klein noch groot. Toch, veel dank! Waarom ik initialen zet en geen letters? Omdat, op de beroemdheden na, namen als Chiaromonte en Caffi toch niets zeggen, en als ik die in initialen zet en de Malrauxen in extenso, dan voel ik me als Last, overal pratend over ‘son ami Chide’. Ik las een uitstekend stuk van je in Het Vad. over De Groux.4515 G.N. keek ik al door; over het algemeen, veel qualiteit en toch wat saai, dit keer; ik weet niet waarom. Of ja, toch wel. De verzen van H. de Vries zijn ongetwijfeld goed en toch sta ik alleen maar wat doof en dicht, bij al die tamtam. Vestdijk is best, en toch pàkte dit verhaal met al die oudheidslieden me niet. Van der Veen heel goed, maar een beetje herhaling van de vorige keer (voor mijn gevoel ook niet beter, wel handiger). Hij moest een boekje maken (niet te groot) met deze stukken (ook de droom v/h klerkje) en nog wat erbij. Ongetwijfeld talent! misschien wordt het nog eens onze Guilloux. De poëzie van v/d Borch ook ongetw. met qualiteit, maar dééd me ook niets. En waarvoor in Godsnaam dat volslagen mediocre en stompzinnigvervelende hoofdstuk uit een literatuurgeschiedboek van heer Geyl? Onbegrijpelijk vind ik dat. Het gewoonste essay is daar een kunstwerk naast en als het nu nog maar eenig belang had! Enfin, misschien is het voor de afwisseling bedoeld. Het nr. is tòch heel goed, vooral op peil (op Geyl na). Er staan erg veel fouten in mijn blocnote; M. is overwerkt, kan Henny het niet nazien?

Drukf: 1815 (Waterloo) is 1825 geworden; kolhoze moet z. Kolkhoze, Besprizomi voor Besprizorni, carrières met kl. c. voor Eugène Carrières! Dit laatste al heel gek.

4514In GN 35 (1937) 2 (februari), p. 113-212 waren de volgende bijdragen opgenomen: H. Marsman, ‘De poëzie van Hendrik de Vries’; S. Vestdijk, ‘Homerus fecit’ en ‘Poëtisch maandbericht’; P. Geyl, ‘Nederlandsch letterkundig leven 1688-1740’; A. van der Veen, ‘Onder andere over brood en arbeid’; E. du Perron, ‘Blocnote klein formaat’ (Vw 5, p. 209-215 en 273-275); J. Romein, ‘De Britse leeuw eet uit de hand’; G. Antonini, ‘Alexander Sergejewitsch Puschkin’; en gedichten van H. de Vries, H. Bruning, E. van der Borch en J.C. Bloem; N. Rost schreef in de rubriek ‘Kritische aanteekeningen’. In de rubriek ‘Nederlandsch proza’ behandelde Greshoff DP's Blocnote klein formaat en Graffiti en schreef ondermeer: ‘Wij bezitten waarschijnlijk geen nijpender getuigenis van den nood èn heerlijkheid van het Geboren Kantha, den Buitenstaander uit hoofde van aanleg en ervaring.’ (Kathā, Sanskriet voor: vertelling, fabel).
4515‘De roman van een schilder, Henry de Groux' leven en werk’. In ‘Fransche letteren’. In Het vaderland van 31 januari 1937 (ocht).
vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie